E. du Perron
aan
F. van Ermengem
Parijs, 8 februari 1936
Parijs, Zaterdag.
Geachte Heer,
Dank voor de gezonden copy.Ga naar voetnoot1. Zooals u het gedaan hebt van blz. 1-64 is het mij best. Die enkele woorden die u mij hebt opgegeven zijn gemakkelijk genoeg te wijzigen als ze niet goed zijn, ook witte plekken zijn gauw genoeg ingevuld.
‘Honderib’ (= rib van een hond) is een scheldwoord, dus eig. te vervangen door wat men wil, bv. door ‘chien’ alleen, of ‘fels de chien’. Een ‘grasweger’Ga naar voetnoot* is een machine (primitief overigens!) om gras mee te wegen; dus ‘pèse-herbe’ of zooiets?Ga naar voetnoot2. - Van meer beteekenis is het weergeven van de stijl in de brieven en brieffragmenten, die nl. heel bizonder is: ouderwetsch en defectueus. Het is misschien moeilijk om in het fransch equivalenten te vinden voor die woordkeus en wendingen, maar daar moet het toch op uitdraaien, omdat er anders niet veel meer aan is.
Ergens vertaalt u ‘een leuke historie’ door ‘une histoire fade’. Het moet zijn: ‘une histoire drôle’ of zelfs ‘rigolotte’.Ga naar voetnoot3.
Schrijft u mij omgaand of ik u nu geld moet zenden of wanneer u mij de voorgaande blzn. zult hebben gestuurd; u schrijft nl. dat u mij die zenden zult ‘dans quelques jours’. In dat geval komt het mij beter uit als ik u ineens 3000 frs. kan zenden, in één brief, ook omdat ik geen biljetten van 500 en van 100 meer heb (alleen van 1000). Ik kan u ook eerst 1000 zenden en dan 2000, of andersom, zooals u wilt. Geeft u mij dit dus nog even op, en ook hoeveel ik u schuldig ben voor papier, porto, etc.
Met vriendelijke groeten uw dw.
EduPerron