E. du Perron
aan
P. Gediking
Parijs, 24 augustus 1935
Parijs, 24 Aug. '35.
Waarde Gediking,
De demonen hebben niet geslapen. Dùs heeft het kind pijn in zijn buik gekregen, dùs zijn we overhaast uit de Morvan opgebroken en naar Parijs teruggekeerd, en werd Aix opgegeven, en La Turbie evenzoo... Hier in Parijs gaat alles weer best; als wij nu moed genoeg krijgen, probeeren we de vakantie nog eens bij kennissen in Brussel, in de eerste dagen van September. -
Als mijn uitgever gedaan heeft wat ik hem vroeg, ben je nu in het bezit van Het Land v. H. Misschien vind je het goed, misschien vind je het infaam; dit hangt van een kleinigheid van ‘dispositie’ af, geloof ik. Hoe het zij, voor mijn natuur was het een noodzakelijkheid het ‘af te werpen’; nu is het echt verleden geworden.
Schrijf, als je tijd hebt, weer eens hoe het gaat. Het spijt mij dat ik niet bij je heb kunnen komen: 1o om je weer te zien, 2o om met je vrouwGa naar voetnoot1. kennis te maken. Maar mag ik erop rekenen dat je me zult waarschuwen als je hierheen komt? Al zou ik je maar even aan den trein spreken. Ik hoop dat we elkaar - ook dieper-in - herkennen!
Met beste wenschen, als altijd,
je toeg.
EduP.