E. du Perron
aan
E. Bouws
Bellevue, 12 oktober 1932
Bellevue, Woensdagavond.
B.B. - Het wordt een gecompliceerde correspondentie, want nadat ik mijn briefkaart klaar had, schreef Bep het panopticum dat ik hierbij insluit.Ga naar voetnoot1. Het zou wel aardig zijn als we in Januari een geheel nieuw karakter aan die rubriek konden geven (niet meer vrijwel uitsluitend hekelend of polemisch) en als ook anderen er meer aan meewerkten: Bep bv., Jan Greshoff, Hendrik de Vries, Vestdijk. Ik heb Menno gezegd dat hij eens met Vestdijk erover spreken moest; misschien heeft die wel een geniale inval.
Kan je me het adres van Hendrik de VriesGa naar voetnoot2. geven?
Hoe heet toch weer die Terborgh? Slau heeft me den naam gezegd, maar ik ben hem totaal vergeten. En wat is hij? - secretaris aan de ambassade in Bern? of in Berlijn? De man schrijft nogal Duitsch Hollandsch. Sta jij in correspondentie met hem? Hoe is de toon van zijn brieven? Vertel me eens alles wat je van hem afweet, ook zijn leeftijd en zoo.Ga naar voetnoot3.
Over je lezing nog dit: een literair (of zelfs ander) tijdschrift dat van belang is voor anderen dan de ‘initiated few’ is ondenkbaar - tenzij het oppervlakkig, dus journalistiek of vulgariserend-wetenschappelijk wordt. De logica zegt het onweersprekelijk: zoodra jij van werkelijk belang wordt voor een mijnheer die niet ‘initiated’ is, is er erg veel kans op dat die mijnheer geen werkelijk belang stelt in je onderwerp, dus dat hij òf en passant een paar ‘noties’ van je wil hebben òf door je ‘bezig gehouden’ worden op zijn peil; - voldoe jij aan deze eisch, dan kan je voor jezelf uitmaken hoe ‘werkelijk belangrijk’ je bent. Je mag deze zin citeeren in je lezing, of uitbreiden, of tegenspreken - maar hij lijkt me in ieder geval van belang voor het onderwerp van je lezing. Dag!
Je E.