E. du Perron
aan
J. Pée
Bergen, 19 april 1940
19/IV/1940
Zeer geachte Heer Pée,
Veel dank voor de moeite die u, en ook uw zoon, zich gaven. Ik dank u vast uit naam van Last aan wien ik de laatste helft van uw brief doorzond. Ikzelf moet nu naar Den Haag.
Ik meen dat de heer De Hart zich voor die papieren met juffr. Everts in verbinding heeft gesteld, maar dat zij hem gezegd heeft niets met de ruzie te maken te willen hebben of zooiets. En zij schijnt de Cerberus van die kist te zijn. Informeert u over een en ander zelf bij den heer De Hart of den heer Ett.
Adres van Ter Braak is: Kraaienlaan 36, Den Haag. Dat is ook mijn adres van 20 dezer tot 4 of 5 Mei a.s. Vanaf 1 Mei is mijn vast adres echter: Doorntjes 32, Bergen (N.H.)
Ik stuur 1 ex. Nonnie aan Stuiveling en neem het andere mee naar Ter Braak.
U ontving toch het overdrukje van Mult.'s Portretten? Je kunt nooit weten, in dezen tijd. Ik zond het u 11 of 12 April, van hier - dit ter contrôle.
Met vriendelijke groeten en beste wenschen, gaarne uw
EdP.