E. du Perron
aan
D. de Vries
Den Haag, 14 maart 1940
Den Haag, 14 Maart 1940.
Beste De Vries,
Hartelijk dank voor je stuk over Schand. in H.Ga naar voetnoot1. en je brief, en voor de moeite die je deed om al die data's na te zien. Ik schreef RitmanGa naar voetnoot3. juist gisteren, aangeteekend, om mij wat van die art. te zenden. - Je stuk is, voor zoover ik zelf erover oordeelen kan, erg aardig - zeker is het dat voor mij! en ik bewonder je moed om mij zooveel lof toe te zwaaien onder den nuchteren blik der Van der Hoopen en Bernet Kempersen. Hoe gaat het overigens met dezen? En met Patah? zie je dien nog wel? En zie je Koets weleens? Vertel in je volgende eens wat van Batavia.
Wij gaan over een paar dagen weg van hier en dan probeeren we een vrij ruim en toch goedkoop huis te vinden in Bergen. Lukt dat, dan gaan we daar wonen. Zoo niet, dan komen we hier terug, maar gaan dan meteen iets in de buurt zoeken: Rijswijk, Wassenaar, Scheveningen? - Met het Van Hogendorp-archief ben ik nog lang niet klaar, maar je weet dan ook niet hoè rijk het is! Er ligt o.a. een heele correspondentie van Dirk met Gijsbert Karel over zijn Indische èn zijn Britsch-Indische jaren. De verhouding van de broers in hun jeugd ken ik nu als mijn zak. Toch zijn er overal gapingen aan te vullen. Maar het is een bizonder boeiende stof, dus ik beklaag mij niet over de 3 à 4 mnd. extra die dit archief me zeker kost.
Tusschen haakjes: je hebt een gekke fout gemaakt,Ga naar voetnoot4. je hebt Dirk als schoonzoon van Onno Zwier naar Indië laten gaan. Er is een tusschenschakel: Willem v. Hogendorp. Dit komt nat. doordat èn Willem èn zijn zoon Dirk een Kraspoekol geschreven hebben. Over Willem maakte ik - in margine van mijn a.s. ‘roman’ - een klein documentair boekje voor de Vrije Bladen, dat in April as. uitkomt; nogal gek, geloof ik; het zit vol met 18e-eeuwsche literaire kwesties en o.a. een correspondentie met Diderot (die hem een beetje voor den gek houdt en op wien hij heel kwaad wordt!) en met Marmontel (die eig. Diderot ongelijk moet geven maar zich diplomatiek aan die taak onttrekt.) Ik zal zien je een ex. te sturen. In ieder geval zend ik je een overdruk van Multatuli's Portretten, dat ook in het April-nr. van Elsevier's uitkomt, denk ik, want ik kreeg de proeven al. Het is eig. een stukje van niets, maar wel aardig voor iemand die het zoo bijeen ziet, denk ik, en vooral nogal praktisch om te hebben.
Die meneer Van der Kop is een licht. Eerst uitvinden dat Mult. geen dichter is - stel ik me zoo voor - en daarna dat hij geen echt maleisch dichter is.Ga naar voetnoot5. Dat zouden wij nu toch, zonder's mans rake kijk en feilloos oordeel, niet weten! - Als ik die plaats over Ottilie terugvind, zal ik je die opgeven.
Gisteren werd de vrede tusschen Rusland en de Finnen geteekend.Ga naar voetnoot6. We wachten nu maar af wat de volgende prettige gebeurtenis in Europa zal zijn, en of wijzelf April nog wel halen. Die vertaling van dat boek van Soewarin over Stalin heeft me hier flink geremd. Het kreng moèt deze maand af; vandaar dat ik den laatsten tijd niets meer schreef voor 't Bat. Nwsbl. en ook op het Archief niet meer opschoot. En deze laatste week heeft mijn 2e griep van den winter ook nog van allerlei in de war gestuurd. Ik hoop in Bergen een en ander op te halen, maar vooral veel te wandelen, als het weer beter wordt. Op het oogenblik ben ik weer zoo ver, dat ik physiek niet veel beter ben dan ik in Indië was. Op het archief na, zou Bergen in ieder opzicht beter voor ons zijn dan Den Haag.
Nix stuurde eindelijk weer eens een plukje van mijn boek.Ga naar voetnoot7. Het 4e vel, dwz. het 2e vel na 6 maanden! (want vel 1-2 waren al klaar toen ik nog in Indië was). We zijn nu aan Helmers toe. Als het zóó door moet gaan!...
Art. over Augusta de Wit voor G.N.? Het is altijd te probeeren, maar ik hoor dat G.N. eig. al voor 1 à 1½ jaar vol is, zoodat ze alleen plaats maken voor ‘actueele’ stukken. Maar stuur het maar, als je 't klaar hebt; misschien kan ik het ook elders geplaatst krijgen. Tenzij jij zelf al iets positievers weet.
Dit is een slap briefje, maar ik ben moe, en extra-schrijven vooral is me vaak te machtig. Ik hoop toch je uit Bergen eens op wat pittiger boeljon te vergasten. Schrijf mij af en toe; het doet me altijd genoegen wat van je te hooren. Dat zinnetje over de tandjes van MarianGa naar voetnoot8. die tegen haar kroesje tinkelen is alleraardigst. Alijntje is op het oogenblik bezeten van Robinson, doet niets dan met stokken loopen die geweren voorstellen, wilden doodschieten (mij o.a.), op de knieën vallen en roepen: ‘Vader, ik ben terug!’ enz. Bij de passage als Robinson geweren, sabels, zagen en zoo uit het wrak haalt, heb ik hem voorzichtig verteld dat het was om boomen te kappen en geiten te schieten, waarop hij stralend tegen Bep: ‘En toen heeft hij geweren eruit gehaald, en sabels, en messen en alles wat pijn doet!’ Het sadisme kruipt waar het niet gaan kan. Of is hetGa naar voetnoot9. gezondheid?
Hartelijke groeten v.h.t.h., steeds je
EduP.