Brieven (herziene editie)

E. du Perron
aan
H.A. Ett

Den Haag, 2 maart 1940

Den Haag, 2 Mrt '40.

Waarde Heer Ett,

Ik heb mijn Multatuli-brochure aan u opgedragen.^1. Dat komt dan ook nog bij de reclame, en situeert u, wat uw ‘kant’ aangaat. Leest u vooral het net-verschenen Maart-nr. van De Nwe Gids, waarin Haighton aankondigt dat al dit rumoer om Mult. niets te beduiden heeft en... 42 blzn. eraan wijdt, en... een ander art. aankondigt waarin het ‘voortreffelijk artikel’ van het mensch v. Leggeloo zal worden bekranst.^2. Het stuk zelf is als Goebbels-prestatietje ook heel savoereus en in edel-nationaalpatsers-dietsch gekleed.

Ik hoor niets van u over de 2 stukken. Wil dat zeggen dat De Stem ze opnam? Het wordt anders hoog tijd er werk van te maken voor die andere tijdschriften.

Hartelijk gegroet,

EduP.

1. Multatuli en de luizen. Amsterdam, 1940, p. 2. ‘Aan Henri A. Ett’.

2. Alfred A. Haighton, ‘Multatuli & C^ie’ in: De nieuwe gids 55 (1940) 3 (maart), p. 313-354; ‘Multatuli zonder masker’, naar aanleiding van De waarheid over Multatuli en zin gezin in: De nieuwe gids 56 (1941) 8 (augustus), p. 150-162.