E. du Perron
aan
H.A. Ett
Den Haag, 7 februari 1940
Den Haag, 7 Febr. '40
('s avonds)
Geachte Heer Ett,
Met bliksemsnelheid kreeg ik - per expreszending nog wel - uw artikel van dr. Stapel terug, samen met een art. van den heer De Hart dat ik hem ook aangeboden had. Blijkbaar vindt hij het niets voor de Bijdragen Kon. Inst. Hierbij zijn brief, met 2 andere adressen.
Wat wilt u nu dat ik doe? Zal ik het stuk naar prof. Gonggrijp zenden? M.i. maakt u daar weinig kans, maar het zou kùnnen... Naar Vestdijk voor Gr. Ned? Ik ben bang dat hij het niet literair genoeg vindt, maar het is ook te probeeren. M.i. maakt u in de Indische Gids een goede kans; of is die Nypels een soort fascist? Daar heb ik geen relaties mee, dus daar zou u het even goed heen kunnen zenden; misschien zelfs met meer kans van slagen (nl. als die N. maar een béétje fascist zou zijn).Ga naar voetnoot1.
Schrijf mij omgaand. Vrijdag a.s. komen Jan en Annie Romein hier - dus overmorgen - en dan zal ik vragen of zij nog iets weten. Uw na-onderzoek in Lebak maakt beter kans voor 't Kol. Tijdschrift, als u het ‘zakelijk-historisch’ houdt.
Eerlijk gezegd viel uw stuk over den controleur mij heelemaal niet mee. Het zit vrij rommelig in elkaar, is nòch werkelijk interessant als ‘bronnenpublicatie’ nòch overtuigend als ‘artikel’ (essay kan je 't niet noemen). Maar ik wil wel probeeren het Vestdijk aan te praten, hoewel ik denk dat hij 't weigeren zou, zelfs als het van mij was.
Met vriendelijke groeten, uw
EduP.
P.S. Zou De Stem inderdaad niet iets zijn? Als ù 't daarheen zendt en aan D. Coster schrijft dat u mij vóór moet zijn, mij dunkt dat u dan een prachtige kans maakt!