E. du Perron
aan
J. Pée
Den Haag, 6 februari 1940
Den Haag, 6 Febr. '40.
Geachte Heer Pée,
Ik was werkelijk zeer getroffen door uw prompte toezending van die 2 portretten,Ga naar voetnoot1. die mij beide uitstekend van pas kwamen en dat niet alleen, maar die op zóó'n goed moment arriveerden dat ik ze met de andere mee kon nemen naar Amsterdam. De post bracht ze om 10 uur en om 11 zat ik in den trein. Alles is nu naar prof. Tielrooy, redacteur van Elsevier's Maandschrift. Zoodra ik de photo's terug heb (ik heb gevraagd haast te maken met het clicheeren), zend ik ze u terug, mèt de passe-partouts, die ik hier bij mij thuis bewaard heb. Ik hoop van harte dat dit u en uw huisgenooten geen te groote moeite gekost heeft; maar in ieder geval, ik dank u er zeer hartelijk voor.
Ik geloof dat ik alles nu au grand complet heb. Van het artikel stuur ik u natuurlijk een overdruk.
Ingesloten nog 2 stukjes over de schoondochter.Ga naar voetnoot2.
Die brief van Nonnie aan ‘Dek’ van na de z.g. poging tot incest, is zeker ook een uitnemend argument voor u. Ik spits me er werkelijk al op, uw contra-betoog te lezen. Maar u en ik zullen door de pers hier heel wat minder ‘begrepen’ worden dan deze dame, die immers haar overleden en belasterde man verdedigt. Wij zijn maar vreemdelingen, die nu voortgaan met ruzie-maken; zoo zullen deze brave journalisten het voorstellen. Met-dat-al, wij zijn het Multatuli verschuldigd en er zijn gelukkig ook nog wel menschen, zelfs in de pers, die onze betoogen weer met vreugde zullen hooren.
Dat medaljon van Mult. (gips)Ga naar voetnoot5. ken ik en is inderdaad in 't M.M. aanwezig. Maar ik neem alleen de portretten die bij zijn leven gemaakt werden, of de teekeningen en litho's dààrnaar. Alle posthume bustes, meestal zeer leelijk bovendien, laat ik maar weg. Er is één buste bij, die niet slecht is, die van dien Italiaan (Ersanelli?)Ga naar voetnoot6. die door u ook gepubliceerd werd, maar de man zag Mult. nooit en volgens Mimi was die buste niet gelijkend.
Tot zoover voor heden. Steeds gaarne de uwe,
EduPerron
Als het geen oorlogstijd was, zou ik u eerstdaags eens opzoeken. Nu graag wat later, als het u schikken zou. Dan kunnen we inderdaad praten.
Van strafport geen sprake!