E. du Perron
aan
H.A. Ett
Den Haag, 26 december 1939
Den Haag, 26 Dec. '39
Geachte Heer Ett,
In haast, en onder de drukte door, antw. op uw brief 1o Ik ben Zaterdag bij dr. Stapel geweest, die meent dat hij wel wat van u plaatsen kan, als het goed is. Ik wacht dus gewoon af. 2o. Over Dirk v.H. zal ik u complete lijsten opgeven, ook van de gedrukte literatuur, zoodra u daaraan toe bent. Dat geeft u mij dus nog op. 3o. Ik lees met klimmende walging het schrijfsel van het wijf Leggeloo. 4o. Natuurlijk kunt u gerust een lezingGa naar voetnoot1. over me houden, als dat de huisvrouwen niet te veel dérangeert (het gros is Leggeloo-achtig, dat beseft u zelf). Maar ik kan helaas geen boeken sturen, omdat ik mijn boeken nog steeds niet heb uitgepakt; de heele boel zit in dichtgetimmerde kisten. Nu weet ik er iets op: in Amsterdam, Prinsengracht 838III, woont een jong dichter, Pierre H. Dubois, die zich juist bezig houdt met een ‘studie’ over me en die vmdl. ongeveer alles van me bezit. Gaat u eens met hem praten, hij kan u alle aanwijzingen geven, denk ik, en misschien ook wel voor een tijdje de noodige boeken afstaan. U zou hem kunnen schrijven en deze briefk. insluiten ‘ter recommandatie’. Voor 't gevraagde lijstje met data moet ik iets meer tijd hebben; dat krijgt u dus eerstdaags nog. Beste groeten, uw dw.
EduP.