Brieven (herziene editie)

E. du Perron
aan
G. Stuiveling

Den Haag, 24 november 1939

Den Haag, Vrijdag.

Waarde Heer Stuiveling,

Gisteren heb ik in Amsterdam die laatste dingetjes geverifieerd. Het zijn wel degelijk de mémoires van Nap. III, die Dekker in dat ‘memoriaal’ citeert, er is geen vergissing mogelijk. Er staat bij: librairie d'Amyot.^1. Ik heb in de U.B. naar die mémoires gezocht, maar daar waren ze niet. Overigens heb ik wel opgezocht en gevonden dat Napoleon III sinds 2 Dec. 1852 keizer was, dus had hij in 1856 allang recht op die naam. Die mém. kunnen nat. zijn verleden behandeld hebben en door den uitgever toch mém. de N. III genoemd zijn. Ik zal nog eens in andere boekerijen speuren naar een exemplaar, maar van veel belang lijkt me dit nu niet meer.

Verder heb ik nog eens den brief van den regent v. 20 Febr. goed overgelezen - dat is die brief na de wrijving over de grassnijders - en daaruit nog wat overgeschreven dat wel aardig is, door de formuleering ervan.^2. De Vraagp. a/d Kontr. heb ik ook compleet overgepend.^3. Nu zijn we geloof ik wel klaar, tot de proeven er zijn.

Met vriendelijke groeten,

EduP.

1. De bewijzen uit het pak van Sjaalman, p. 55, ook in: Vw 4, p. 326; de tekst in Multatuli, Volledige werken IX, p. 477-479.

2. Idem, p. 26. DP citeert het Maleise origineel in een noot, ook in: Vw 4, p. 268-269; Multatuli, Volledige werken IX, p. 496-497 (Nederlandse vertaling).

3. Idem, p. 22-29, ook in: Vw 4, p. 264-271; Multatuli, Volledige werken IX, p. 480-489.