E. du Perron
aan
C. de Hart
Bergen, 13 november 1939
Bergen, 13 Nov. '39
adres in Den Haag:
bij fam. Batten
Sportlaan 125.
Geachte Heer de Hart,
Gelijk hiermee zend ik u de bloemlezing van den heer Jaap Vogel terug.Ga naar voetnoot1. Ingesloten een nogal gek briefje dat hij mij schreef. Hij schijnt zeer overtuigd van de voortreffelijkheid van zijn bloemlezing. Welnu, ik heb dezelve doorgezien en vind haar beneden alles. Het is werkelijk de slechtste bloemlezing die ik van Multatuli ooit zag! Daarbij in gemoderniseerde spelling, wat ik op zichzelf ontoelaatbaar acht. Maar ook de keuze lijkt mij op het mallootige af; hoogst verbrokkeld, verward etc.
Het spijt mij werkelijk, maar ik kàn aan zooiets mijn naam niet verbinden. Daar u hem kent, is het beter dat u den heer Vogel zegt dat ik mij ‘toch niet met zijn keuze kan vereenigen’ of zoo, en dat ik mij ‘terugtrek’. Ik kan natuurlijk uitvoerig verklaren waàrom deze keuze mij slecht lijkt, maar wat heeft hij daaraan? Het ding is m.i. ‘beyond help’.
Multatuli is werkelijk met zulke bloemlezingen niet gediend, vind ik. Het is op zichzelf heel sympathiek dat er menschen zijn die hem op deze wijze naar hùn krachten willen dienen, maar dat lijkt mij toch geen reden om het resultaat goed te vinden. Ik zou werkelijk het gevoel hebben mij belachelijk te maken als ik deze bloemlezing van een inleiding voorzag. De bloemlezing van S. van Praag, ingeleid voor mevr. Van Gogh-Kaulbach, is m.i. dan nog 3 × zoo goed. En diè was al slecht!
Ik blijf erbij: àls er weer een bloemlezing van M. moet verschijnen (maar waarom?) dan een herdruk van die van ‘Héloise’.Ga naar voetnoot3. Daar wil ik graag zoonoodig een inleiding voor schrijven.
Tot nader. Ik vertrek straks naar Den Haag. Gaarne uw
EduPerron