E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Bergen, 2 november 1939
Bergen, 2 Nov. 1939.
Beste Freddy, geachte en lieve mevrouw Batten,
Heel veel dank voor de hartelijke gelukwenschen en de niet minder aardige-en-hartelijke brief van Freddy. Als het nog kan, bestel die lampekap dan af; waarom iets zoo duurs, waar ik met veel minder dure dingen 3 × zoo gelukkig zou zijn? Als die kap nu eenmaal besteld is, dan veel liever die Dickens-achtige diligence, of zelfs de visschen, dan ridders. Maar als het nog af te zeggen is, doe dat dan vooral; dan spreken we later nog wel af, Freddy, wat je me ervoor in de plaats geeft.
Mevrouw, nu kom ik alweer een beroep op u doen. Bijgaand stuk,Ga naar voetnoot1. dat Freddy en u misschien zal amuseeren, moet zoo gauw mogelijk naar Kritiek en Opbouw. En hier in Bergen is geen schrijfmachine te krijgen. Ik ben bang dat Koch dit stuk liever niet plaatst en mij zou kunnen zeggen dat het weggeraakt is. Daarom graag een copy. Zou je die copy dan willen nazien, Freddy, en direct doorzenden: het adres is D.M.G. Koch, Papandajanlaan 51, Bandoeng (Java). Zend mij het oorspr. ms. dan terug. Heel veel dank hiervoor!
We hebben dezen dag doodrustig gevierd gelukkig. Een vriend uit Indië, Hein Groeneveldt, kwam, zonder er iets van te weten, uit Voorschoten over en bleef hier middagmalen; dat was alles, tot dusver.
Wil je me dat geld voor den aangeteekenden brief, luchtpost, naar Koch, voorschieten, Freddy? Daar komt dan nog de 50 ct. bij voor de fiets van Alijntje.
Tot zoover voor vandaag, anders haalt dit de post niet meer. Heel veel hartelijke groeten allebei van ons 3en - Alijntje heeft veel plezier van zijn treinensjokola, - een hand van uw
E.