E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Buitenzorg, 20 juli 1939
Buitenzorg, 20 Juli '39.
Beste Freddy,
Hartelijk dank voor je brief, en wil je ook je moeder namens Bep heel hartelijk danken? Grappig, dat ik je net een paar dagen eerder schreef of ik geen paying guest bij jullie zou kunnen zijn, als ik verplicht ben lang in Den Haag te blijven? In ieder geval blijven we eerst een paar dagen in Amsterdam bij de tante van Bep: mevr. Simons-Posthumus, Daniel Willinkplein 47. Ga daar niet heen, want die tante is ziek en kan er nerveus van worden, maar je kan me daar bereiken per brief.
Als jij en Rudie naar de boot komen - maar de datum van aankomst is onzeker, want 't is maar een vrachtboot - houd het dan daarbij. Ik wil rustig en stil aankomen, alleen vrienden zien en niet te veel tegelijk, want daar heb je ook niets aan.
Terwijl wij in Amsterdam logeeren, kunnen we met jou en je moeder dan beslissen - per brief, als het niet direct mondeling gaat - wat we doen. Laat je moeder dus niet direct die kamer in orde brengen of zich andere moeite geven. Van hier gezien, zou ik zeggen dat ik in ieder geval na ± een week bij jullie zou willen komen, en Bep moet dan maar zien of zij nog wat in Amsterdam nablijft, of ook in Den Haag komt, of naar Bergen gaat; dat zal ook van de (in)validiteit van de tante afhangen, die een uiterst lief mensch is, maar onlangs haar been gebroken heeft, wat niet niks is op haar leeftijd.
Correspondentie voor mij laat ik alvast naar je opsturen. Misschien zend ik je zelf een ms. van een indonesische vrouw,Ga naar voetnoot1. dat je lezen moet en waarover je me je oordeel moet zeggen. Anders stuurt Nix dat pak misschien op, aan mij of aan jou geadresseerd. Ook Bat. Nwsbl. laat ik me naar jouw adres zenden. Maak maar vast ergens een plank vrij voor al dat heerlijks!
Bij voorbaat dank voor het résumé van Avant et Après.Ga naar voetnoot2. Dat boek Van Kraspoekol tot Saïdjah is zóó geweldig geworden, dat het in 2 deelen gesplitst moet worden, elk 2 × zoo dik als De Muze. De copie van deel 1 laat ik bij Nix achter; met deel 2 ben ik ondanks alle werk niet klaargekomen, ik moet nog Multatuli en Sicco Roorda v. Eysinga ‘maken’, en dat wordt dan mijn eerste werk in Holland! Verder moeten Conscience (Batavia) en Van Lennep (Stichting van Batavia en misschien een paar indische blzn. uit Klaasje Zevenster) er ook nog een plaatsje in vinden. Op dit weinige na, is ook deel 3 klaar. Als ik dus doodga of zoo, moeten Robbie Nieuwenhuys en jij dit deel maar samen bezorgen en afmaken, onder contrôle van Bep! Zal je dat doen?
Dank voor alle moeite die je je ook gaf voor de poezen en honden. Ik hoop dat de honden mij niet bijten zullen als ik van de boot kom. - De rest mondeling! Heel veel hartelijks vooruit, van Bep ook en van het Alijntje, dat je vast ‘oom’ zal moeten noemen; een hand van je
E.
P.S. Als je nà 1 Aug. nog schrijft, doe het dan p/a A.C. Nix, uitgeverij, Landraadweg 3, Bandoeng, want een eigen adres heb ik dan niet meer. Als Léautaud nog niet gezonden is, bewaar hem dan liever voor me.