E. du Perron
aan
S. Vestdijk
Bandoeng, 8 juni 1939
Bandoeng, 8 Juni '39.
(Ik ga straks voor een paar dagen -
voor gezondheid! - naar Buitenzorg.)
Beste Simon,
Ik ben je nog altijd een antwoord schuldig op je laatsten brief, maar dit zal kort zijn, omdat de gebeurtenissen den inhoud daarvan alweer ‘achterhaald’ hebben. Na jouw ‘geval’, kregen we nu dat van Menno, dat nog niet eens uit is. (Ik wacht tenminste op het vervolg.) In Krit. en Opb. komt een stuk over je van een ouden journalist, Walraven,Ga naar voetnoot2. die in den Oosthoek zit en nu al 27 jaar een avontuurlijk leven in Indië slijt (hij is als militair telegrafist begonnen). Ik zal een paar dagen wachten tot het nr. uit is en het art. hierin sluiten. Ik zelf heb een ander klaar over Menno, maar wacht tot hij mij permissie geeft om van wal te steken.
Ik schreef Menno al: is er geen kans om een eigen weekblad op te richten - tegen N.S.B. èn moreele herbewapening - met ons drieën in de redactie? Ik ben nl. bezig mijn matjes hier te rollen. Met 1 Juli gaan we uit Bandoeng, en zoo mogelijk in Augustus op de boot. Ik voel me voortdurend slap en beroerd in dit klimaat, tengevolge van die longontsteking, en reken eig. alleen nog maar op de zeereis om echt in orde te komen. Ik hoop van harte je in Sept. al terug te zien. Nu Greshoff weg is, hebben jullie mij misschien ook wel noodig, in zijn plaats. Hij is wel een héél beroemd man, over wien den laatsten tijd de eene knullige brochure na de andere ‘in het licht’ wordt gegeven (Schepens, 's Gravesande, Hoornik,Ga naar voetnoot3. de vereenigde Jongeren - dit laatste vond ik aardig!) maar... ik zal mijn best doen. Après tout hebben de herbewapenden, geloof ik, liever met hem te doen dan met mij. Dien meneer Hans - mijn vingers jeuken nu al, om hem op zijn bliksem te komen. Misschien doe ik het al in K. en O., maar dat is toch meer voor indische misdadigers bestemd, de europeesche zullen het niet zien, als ze niet per se willen. En die meneer Swart heb ik ook op mijn swartenlijst gezet.
Ik schreef Menno al dat ik het eig. jammer zou vinden als het weer werd bijgelegd met hem. Dat ontneemt ons eenige argumenten. Vooral omdat hij daar echt ‘in betrekking’ zit.
Dat verhaal van Campert en het zilver van Ini Bloem, dat moet je me bij gelegenheid vertellen.Ga naar voetnoot4. We weten van zulke boeiende gebeurtenissen niets af, in de tropen! - Houd die fl. 5 van K. en K. en K. nu maar voor ons, tot we elkaar ontmoeten. Het beste, tot zoolang! Hartelijke groeten van ons 2, een hand van je
E.
P.S. - Ik heb nog een ex. Muze v.J. Comp. naar de N.R.C. laten zenden, zoodat jij je ex. kunt houden. Kan je er ergens over schrijven?