E. du Perron
aan
Soejitno Mangoenkoesoemo
Bandoeng, 9 mei 1939
Bandoeng, Dinsdag
Beste Soejitno,
Door alle drukte heen - ik ben nu met alle krachten bezig aan het 2e deel indische letteren - schrijf ik even. Hoe gaat het met de studie? Las je mijn beschrijving van den Sedar-avond?Ga naar voetnoot1. Kreeg je je verklaringen van H.B.S. en lagere school te Semarang? Nieuwenhuys heeft goed zijn best gedaan en, zegt hij, je die papieren eigenhandig gezonden. En wat is er verder voor nieuws?
De red. K. en O. kreeg een briefkaart van de red. van P. Baroe, blijkbaar bedoeld als protest tegen het overnemen v/h stuk v. Sjahrir. Als wij het niet weten, wij hebben daarmee het auteursrecht geschonden. Alsjeblieft! en - nu moet je goed hooren - als wij expres voortgaan met P. Baroe als bron te vermelden(!) - Dat is eerste plicht bij overnemen v. stukken! - of expres voortgaan met geen toestemming te vragen, dan zullen zij de noodige maatregelen nemen. En of we dat dan ook maar aan Alwi willen zeggen.
Wij hebben Soebardjo gevraagd zich met dit malle geval bezig te houden. Onder ons gezegd: wàt een lichtgeraakte, potsierlijke vlerkjes! Tegen wien gaat het? tegen Alwi? Auteursrecht, dat gaat Sjahrir aan. Als er bovendien niet uitdrukkelijk bij staat dat ze copyright hebben, dan staat het een ander periodiek vrij stukken over te nemen. Stààt dat in dat herdenkingsnr. v. P.B.? Maar hoe dan ook, wat een optreden! Wij hebben gedacht dat, waar dit overnemen van een stuk, van waardeering getuigt, en Alwi bovendien een vriend is van Sjahrir, speciale permissie-vragerij onnoodig was. Maar zie, de heeren zijn blijkbaar ‘beleedigd’, voelen zich als ambtenaren ‘gepasseerd’. Als ze per se ruzie willen hebben, kunnen ze 't krijgen; en ik zal dan zeggen dat ik nù, omdat talent van gretigheid op auteursrecht afhangt immers, alles terugtrek wat ik getwijfeld mocht hebben en diep overtuigd ben geraakt dat ze Kloos en Van Deyssel verre overtreffen, - want die hebben zeker nooit zoo'n briefkaart geschreven. Ik vrees dat ik nog niet klaar ben met mijn ‘bijdragen tot betere kennis van de provincie’.Ga naar voetnoot3.
Eén ding puzzelt me: misschien willen ze honorarium voor Sjahrir. Hoewel tot dusver géén medewerker of redacteur van K. en O. een cent kreeg, zou ik geneigd zijn in dit geval wat geld op te brengen voor Sjahrir. Maar ik vrees dat ze dààr niet aan gedacht hebben en alleen maar kleintjes in hun wiek zijn geschoten. Je moet Takdir toch eens vragen wat ik hier nu echt van denken moet. Of misschien kan Dajoh dat doen, bij gelegenheid.
Van ZahilGa naar voetnoot4. niets meer gehoord. Nix heeft nu een juffrouw aan het tikken gezet. Schrijf gauw eens. Groeten v.h.t.h.,
je E.
Ga naar voetnoot5. Op dit eigen moment komt er een briefje van H. Ik zal hem schrijven. Zooals ik al dacht, kan hij moeilijk weg bij Berg.Ga naar voetnoot6.