E. du Perron
aan
D. de Vries
Bandoeng, 5 april 1939
Bandoeng, 5 Maart.
Beste De Vries,
Dank voor je brief en bij voorbaat voor de overdruk. Nieuwenh. komt morgen hier.
Er is een groote wijziging gekomen in mijn plannen betreff. Dirk v.H. Ik kreeg vanmorgen nl. een lijst van de Van Hog. papieren in het Rijksarchief, en er is zóóveel en het ziet er zóó boeiend uit, dat ik alle moed verloren heb om hier verder te ploeteren en van allerlei uit mijn duim te zuigen voor ik dat alles zelf gezien en doorgekeken heb. Binnenkort, als ik Sk. weer ga opzoeken, kom ik dus een heel pak boeken terugbrengen; bijna alles.
Daarentegen ga ik me nu maar wijden aan die ‘eereschuld’ en het 2e deel met kracht op touw zetten. Daarvoor is het wel heerlijk voor me dat jij in de Bibl. zit, want B.K. kan me niet voor 1¼ zoo goed helpen als jij. Als ik die DvH.-stapel dus terugbreng, kunnen we misschien samen kijken hoeveel van die Biang Lala's en Warnasarie's ik mee terug kan nemen. Ik beloof je dat ik daarmee heel vlug zal opschieten; daar is geen ‘inspiratie’ voor noodig, - lezen, kiezen en een tikjuffrouw brengen je een heel end.
Zaterdag as. gaan we naar B. zorg en van daar naar Giridjaja. Misschien dat ik nu al in Batavia kom, dwz. over Batavia naar Bzorg ga, maar het is niet waarschijnlijk. Dus vmdl. na Giridjaja,Ga naar voetnoot3. d.i. na de 15e, denk ik.
Tot zoover voor heden. Hartelijke groeten van je
EdP.
Zend copie voor K. en O. dus direct naar Koch, met het oog op die afwezigheid van me.