E. du Perron
aan
Soejitno Mangoenkoesoemo
Bandoeng, 17 maart 1939
Bandoeng 17 Maart
Beste Soejitno,
Vandaag verscheen K. en O., met je stuk erin. Je zult het nr. morgen wel hebben; als je nog een extra-nr. wilt, of een paar, schrijf dan. Koch vindt je stuk uitnemend en zoowat het beste van het heele nr. Ik zend een ex. van deze gedachtenwisseling over Indonesiërs (een ‘polemiek’ kan men 't niet noemen, ondanks de scherpte van Soegondo's artikel)Ga naar voetnoot1. aan Jan Romein.Ga naar voetnoot2. Ik denk dat het vooral voor Holland aardig leerzaam is.
Een paar dagen was ik weer eens beroerd, - door het weer. 's Avonds wat koorts en zoo, maar ik geloof dat het vanavond wat beter zal zijn. Wij gaan dan zeer eerstdaags naar Batavia om Sk. nog eens op te zoeken vóór de uitspraak, die op 21 Maart is. Zijn advokaat (Hugo van der Tas) vermoedt dat de uitspraak zóóveel lager zal zijn dan het vonnis, dat de Officier van Justitie (in dit geval de Bruïne, niet de la Parra) in hooger beroep zal gaan. Anders kan Sk. het zelf nog doen. De eisch is krankzinnig.
Wanneer schrijf je me nu de ‘mémoires’? Of studeer je hard? Wat doe je?
Ik geloof niet dat ik op Takdir's stuk zal ingaan. Après tout, vind ik dàt nu toch ‘niet de moeite waard om op te antwoorden’, dwz. dat wij op dergelijke vertoogen in Europa, en dan 5 × zoo goed, al naar behooren geantwoord hebben. Ik zou dit artikel dus echt moeten releveeren om een aanleiding te hebben, en als ik het grondig deed, zou het al gauw den schijn hebben dat ik Takdir onaangenaam wil bejegenen, - wat toch bepaald niet het geval is. Bovendien: de lezing van het stuk van Sjahrir, dat ten slotte precies hetzelfde predikt en wil, heeft mij met dit ‘jong-indonesische’ standpunt weer grootendeels verzoend, zooveel genuanceerder en subtieler is wat Sjahrir schrijft. (Men mèrkt, verdorie, dat Takdir Ehrenburg en Gládkov, Sjahrir Malraux, Guzman en Silone frequenteerde!) Enfin, ik heb er dit op gevonden. Ik heb het stuk van Alwi overgetikt, hier en daar de vertaling wat soepeler en correcter gemaakt, en er - aan jou denkend - voetnoten bij geschreven. Dit geheel wou ik dan publiceeren in K. en O.; lijkt jou dat ook niet verreweg de beste oplossing? Voor wie de moeite nemen wil het stuk èn de voetnoten te lezen, kan het heusch wel aardig worden.
Tot nader; het beste; steeds je
E.
P.S. Geloof je dat er nog een speciale ‘vergunning’ noodig is van Sjahrir zelf of P. Baroe om dat stuk, vertaald, in K. en O. te zetten? Me dunkt van niet; maar zoo ja, wil je me dan even waarschuwen? Vindt Alwi goed dat ik hem als vertaler noem?