E. du Perron
aan
A.A.M. Stols
Bandoeng, 21 februari 1939
Bandoeng, 21 Febr. '39.
Beste Sander, Gelijk hiermee, maar per gewone mail, zend ik je 3 boekjes.Ga naar voetnoot1. Je brief van 3 Jan. kreeg ik, maar Drie op één P. nog niet, andere boeken ook niet. Dat is niets gek, want sinds de uitvinding van de luchtpost doet de gewone mail raar. Vergeet je niet de Pegasus v. Donker? en o ja, wil je me niet voor Alijntje dat kleurige prentenboek zenden, zoo'n fransch- of russisch-achtig ding?Ga naar voetnoot2. De boek-handelaar hier zei dat de kinderen er bang van werden. Maar ik wil Alijntje nu al trainen op Vestdijk. - Als Jan in Kaapstad zit en van daar goede berichten zendt, gaan we ook daarheen; anders tòch maar nr Europa. Ik wil mijn gedichten wel eens herdrukken, maar wacht liever tot een lang verhaal-in-verzen klaar is, waar ik tusschen de bedrijven door soms aan werk en dat De Grijze Dashond heet. Dat wou ik aanbieden aan de Kleine Beer,Ga naar voetnoot4. en daarna alles herdrukken in den bundel dien je bedoelt.Ga naar voetnoot5. Misschien is er dan ook nog wat meer kleiner werk bij. - Ik hoop van harte dat je nu doorgaat met wat ‘betere zaken’ en dat ondanks, natuurlijk de immer ‘slechte tijden’. Hard times, yet great expectations. Wij blijven nu zeker tot Juli hier, want èn Bep èn ik hebben tijdelijk weer wat gevonden. Na Juli belooft Gr. ons misschien het Paradijs, onder de Tafelberg. Houd je goed; hartelijke groeten, ook aan Greet, van ons twee. Steeds je
E.