E. du Perron
aan
H. Samkalden
Bandoeng, 14 februari 1939
Bdg., Dinsdag.
Beste Hugo,
Nauwelijks was je weg of ik kreeg van Tjeenk Willink bericht dat de 1e editie van Homo Ludens zoo goed als op was, zoodat ze me hiervan geen recensie-ex. meer konden sturen, maar dat ze me genoteerd hadden voor de 2e druk. Hè! dàt is nog eens verkocht worden!
Ik legde vanmorgen voor jou en Job exx. klaar bij Nix. Ik hoop dat hij ze vandaag nog verzendt, anders morgen. Vanavond ‘vieren’ we de uitgave van dit boek - Nix en ik - met een gemeenschappelijke maaltijd bij den Chinees. Dan zal ik het hem nog eens op 't hart drukken.
Iets anders is: als Job en jij nu weten in welk blad ieder van jullie schrijft, vraag Nix dan (Landraadweg 3, Bdg.) om ieder van jullie 2 of 3 clichés te zenden, als illustratie bij het artikel. Van de 11 afgekeurde nl., die voor het boek te klein waren, zijn de meeste nog zeer goed te gebruiken. Hij kan ze ook direct naar de krant zenden waar 't artikel in komt, als jullie zelf dat eenmaal weet. Maar schrijf hem zelf even een briefkaart erover, dat vindt hij veel mooier dan als ik het hem zeg.
Bep heeft aangenomen om weer in de eindexamencommissie te zitten in Juni. Nu zitten we dus vast tot 1 Juli. Loont het de moeite naar Bzorg te gaan? Neen toch. Hier kan ik DvH. schrijven en daarna die mooie historie van Nji Anna.Ga naar voetnoot2. En eventueel het vervolgdeel voor Nix; maar dan gaan we nòg langer blijven, vrees ik!
Tot ziens. Hartelijke groeten.
E.