E. du Perron
aan
H. Samkalden
Bandoeng, 5 september 1938
Bandoeng, Maandagavond.
Beste Hugo,
Dank voor je brief. Om meteen het ‘radikaalste’ af te doen: we komen niet. Geen geld. Deze nieuwe woning heeft ons zoo uitge-mergeld, dat we nu een heelen tijd moeten bezuinigen. We hebben nl. geen gemeubeld huis kunnen krijgen, dus meubels moeten koopen, huren, enz. - en dan al die 1001 pestilente kleinedingetjes die onmisbaar zijn voor een installatie. Kortom, er is niets aan te doen, wij moeten die Pasar Gambir-B zorg-trip maar schrappen.
Komen jullie daarom Zaterdag a.s. toch vergaderen. Wij kunnen 1 persoon bergen, als hij op een divan slapen wil. Ik schrijf gelijk hiermee aan Pringgo en Nix.Ga naar voetnoot1. Soebardjo heeft malaria, maar hoopt op de been te zijn, Zaterdag. Koets stelt zijn huis open - verwacht ons in principe dus Zaterdag tusschen 8 en 9 bij hem (Riouwstraat 109).
Wil je Van Leur inlichten? Ik moet nu die andere dingetjes pennen.
Neem Sluipend Gif, enz. meeGa naar voetnoot2.; dan kan ik ook eens lachen. De boeken hier zijn ontpakt! Lees alvast wat in Barnabooth, dan hebben we ook nog een geheimpje samen. Tot ziens. Hartelijk je
E.
Schrijf dus wie er bij ons komt en wanneer, enz.
Je stukjes in B.N. met veel plezier gelezen.Ga naar voetnoot3. Die goeie Rit heeft dat dus toch nog ‘bestaan’!
Het begint er hier menschelijk uit te zien, na 3 dagen ploeteren.