E. du Perron
aan
Soejitno Mangoenkoesoemo
Bandoeng, 5 september 1938
Bandoeng, 5 Sept. '38.
Waarde Heer Soejitno,
Hoe is 't er nu mee? Wat deed u? Studeeren? En las u Descartes, Spinoza? Ik liet u door Nix sturen: een pakje inhoudende 2 boekjes van mezelf uit vroeger dagen. Deze kunt u houden: het zijn ‘dubbelen’ van een vriend van me, die ze me weer afstond.
We hebben hier na heel veel zoeken een huis gevonden, maar ongemeubeld, zoodat het ons veel soesah gekost heeft om ons in te richten.: meubels te koopen, te huren, enz. Dat is dan ook wel het voornaamste nieuws. Ik was bij Soebardjo en vond hem zeer sympathiek, maar ons gesprek was maar kort. Hij heeft zijn medewerking toegezegd voor het tijdschrift en Dr. Koets ook; in principe zijn we dus voltallig en wordt de voorbereidende ‘redactievergadering’ Zaterdag a.s. gehouden.
Schrijft u mij wat over u zelf en wat ik voor u doen kan. Mijn boeken zijn nu uitgepakt. Wilt u dat boekje met uittreksels van de Encyclopaedisten, of wacht u liever tot later? Komt u ook weleens in Bandoeng? U kunt bij ons logeeren, als u met een divan genoegen neemt, maar ik moet er helaas bij zeggen dat deze buurt van Bandoeng zich alles behalve als muskieten vrij voordoet!
Tot nader dus. Vriendelijke groeten van mijn vrouw, en aan uw vrouw, en geloof mij steeds gaarne
uw dw. EduP.
Wajanglaan 25
Bandoeng.