Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
|
a. | 17e-eeuwse spelling van de gezonden verzen van Jeremias de Decker. |
b. | herstel van de onleesbare woorden in 't door Rudie gecopieerde vers van Matthijs Cramer, D'Ind. Tijfferboom, en dat andere vers van denzelfden, dat ik je vroeg. |
c. | Jacob Steendam, Zede-Sangen voor de Batavi(a)sche Jonkheyt; iets ‘oostersch’ daaruit, als je 't boekske vindt; |
d. | Dat vers (of een brok eruit) van J. Sondermans uit Parnassus Kunstkabinet of verz. v. weergadelooze dichtstoffen, Amsterdam 1735, - op blz. 170-176. |
e. | Fragment uit Antonides v.d. Goes' IJstroom (dat prof Brom opgeeft, zie Java in onze kunst, hfdst. 1.) |
f. | Die 2 gedichten van Bogaert. Uit Gedichten. |
g. | Iets ‘indisch’ uit de Oost-Indische Uitspanningen van Gerard Verbeet, vooral het gedicht op de Chineezenmoord. |
Dat is alles; en dat is nog vrij veel, maar niet tè, hoop ik. Dank, dank. Ik verwacht, eerlijk gezegd, al van allerlei, binnenkort; wat je al gezonden hebt, kan je hierboven schrappen.
Hartelijk je
E.
Van 15 Sept.-15 Aug. wonen Bep, Alijntje en ik in Gedong Menu te Mr. Cornelis. ‘Wel gek, hè?’ Niet daarheen schrijven: 't huis heet nu anders, - maar gewoon aan dit adres: Molenvl. W. 9a. Ik laat op het Postkantoor nazenden, dat is het veiligste.
- voetnoot1.
- T.C.L. Wijnmalen: ‘De eersteling onder de Indische nieuwsbladen’. In Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië 3 (1874) [10] (oktober), p. 268-284.