E. du Perron
aan
F.E.A. Batten
Batavia, 12 mei 1938
Batavia, 12 Mei '38.
Beste Freddy,
Ik heb den 10en op je broer Dick gewacht, maar vergeefs, 's Middags, tusschen 5 en 7, moesten we even uit, maar ik heb een briefje voor hem bij den djongosGa naar voetnoot1. achtergelaten. Er bleek een toean te zijn gekomen, maar het was een colporteur voor de Bat. Radio Vereeniging. Toen ging ook de 11e om, en volgens je brief moet broer Dick nu al zoowat in de Padangsche wateren wezen. Jammer, ik had hem graag gezien en hem met alle liefde ontvangen.
Stapel schrijf ik vandaag, - als ik er tenminste toe kom om den brief dien ik hem 3 dagen geleden schreef, en die mij niet beviel, vandaag over te pennen. Het is ongelooflijk, zoo beroerd en beneden peil als ik ben. Sinds ik van Sitoe Goenoeng in Bat. terug ben, heb ik het totaal afgelegd. Op ‘kantoor’ suf ik de uren hangend door, of hang ik de uren suffend..., thuis gekomen ben ik ook tot vrijwel niets meer in staat. Die artikelen voor 't Bat. Nwsbl. zijn mijn maximum prestatie. In Sit. G. schreef ik er 2 achter elkaar over koloniale letteren,Ga naar voetnoot2. die groot succes hebben gehad, maar toen ik ze schreef was ik ook nèt mijn hoofdpijn kwijt en van 60 jaar 50 geworden. Nu loop ik hard naar de 70.
Ik heb Verhoeven mijn ontslag nu aangekondigd, aldus: Àls ik 't uithoud, blijf ik op 't Archief tot 1 Juli. In geen geval langer (tenzij er een wonder gebeurt). 15 Juli gaan wij weg van Batavia, dat is de ultimo termijn voor dit huis dat we gehuurd hebben en 't zou zelfmoord zijn om een nieuw huis hier te huren.
Vmdl. gaan we dan naar mijn ouden vriend Adé Tissing op Rantja Soeni in de kou,Ga naar voetnoot3. boven Bandoeng, om op te knappen (deze Adé is daar administrateur geworden, maar eerst vanaf 1 Juni). Daar gaan we dan ook beraadslagen wat we verder gaan doen. Wschl. terug naar Europa (tenzij, alweer, er God-weet-wat gebeurt) en in dat geval gaan we eerst nr Makassar,Ga naar voetnoot4. blijven daar een maand, en gaan van daar linea recta met een noorsche lijn die daar nu langs komt, naar Marseille.
Maar... pijg ik 't vóór 1 Juli af, dan ga ik eerder. Van 1 tot 10 Juni ben ik benoemd tot ‘bijzitter’ - een woord dat er actiever uitziet dan de werkelijkheid - in een examen-commissie. Dat wil ik dan probeeren nog te doen. Heb ik 't daarna totaal afgepijgd, dan reis ik zóó door naar Adé en ben dan feitelijk per 1 Juni van 't Archief weggegaan. Maar knap ik wat op, dan blijf ik nog van 10-30 Juni op 't Archief hangen.
Het is verre van schitterend, zooals je ziet, maar zoo beroerd als nu herinner ik mij niet te zijn geweest. Ik haat op 't oogenblik dan ook vurig Batavia, al blijf ik de aardige kanten ervan zien. Maar sinds Sitoe Goenoeng weet ik dat ik niet van binnenuit kaduuk ben, maar dat dit klimaat mij zoo maakt.
Meer heb ik je soenggoe matiGa naar voetnoot5. niet te melden. Dit primeert alles. Ik zou hier kunnen lezen, meer niet; maar zelfs voor lezen ontbreekt mij de tijd. Ook de middagen en avonden suf en hang ik thuis- - omdat ik uitgeperst ben als ik om 2 uur thuis kom. In Sitoe Goenoeng voelde ik me alsof ik zóó, spelenderwijs, een boek als Oorlog en Vrede kon schrijven! Je zult toegeven dat 't dwaasheid is je verder te laten ondermijnen, vooral als je niet weer 20 bent maar naar de 40 loopt en dan voor nog geen f 150 's maands.
Vertel mijn plannen nog niet overal rond, aan Henri Mayer en zoo, omdat er natuurlijk nog altijd iets kan gebeuren. Bijv. ik zou in Bandoeng onverhoopt een ‘onafhankelijke en lucratieve’ betrekking kunnen krijgen! Véél kans is er niet op, maar...
Hartelijke groeten aan Rudie, een ferme hand van je
E.
P.S. Op 't oogenblik lees ik niets dan Colenbrander.Ga naar voetnoot6. Moois over lite-ratuur heb ik dus ook al niet te melden. Mijn boekje over 't detective-verhaal schiet langzaam op bij Kolff, de Multatuli-nasleep is ‘ter perse’ bij Nix. Verder niets aan de hand. Zoodra ik weer mensch zal zijn, in Rantjasoeni of waar ook, ga ik mijn Van Haren-verhaal herzien en weer beginnen aan D.v. Hogendorp.Ga naar voetnoot7. Maar als wij nr Europa teruggaan, moet ik me daarmee haasten.