Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
|
1. | Het Sprookje van de Misdaad (detectives). |
2. | Een boekje of brochure over Multatuli. |
3. | De Van Harens (lang verhaal). |
4. | In dezen grootschen Tijd (verzamelde Blocnotes).Ga naar voetnoot5. |
En met dit alles van 't hart hoop ik Dirk v. Hogendorp eerstdaags te hervatten en me daarvoor in te leven in ‘Oud-Batavia’.Ga naar voetnoot6. Maar misschien moet daarvoor eerst die appendix d'r uit!
Bep en ik zijn - met of zonder appendix - beiden compleet beroerd van de nieuwe warmte. De regenmoeson is nu over, en zelfs op 't Archief, koelste van alle plekken, is 't drukkend, klef en naar. Ik ben op 't oogenblik bezig de ‘handbibliotheek’ te reorganiseeren, wat mij best afgaat en mij van de stoffige paperassen een beetje afhelpt. Verder zien we zoo'n beetje dezelfde menschen, en er gebeurt niets. De schoft Zentgraaff van de Java-Bode heeft een groot boekwerk gepleegd over Atjeh.Ga naar voetnoot7. Ik heb Ritman gevraagd dit boek te bespreken, - de man heeft zich ijlings door een slimme draai van dit ‘gevaar’ afgemaakt. Toch is hij in zijn soort lang niet ongeschikt en door-en-door een gent onder de indische perspallikaren.Ga naar voetnoot8.
Als ik 's morgens naar kantoor fiets langs 't Molenvliet zie ik niets dan halfnaakte bruine vrouwen in het bruine water, bezig met de wasch, met baden, met alles tegelijk - en op vlotten of trappen, uiterst gezellig. 's Middags fiets ik met Verhoeven van 't kantoor, wat heel wat warmer en minder gezellig is: het grachtwater is dan ontmenscht. V. zit hoog op zijn fiets, waar ik dezen dagen grapjes over maakte; hij vindt dat ik zoo ‘speelsch’ word als ik de fiets bestijg (geen wonder, nà kantoor!) Hij lachte mee en zei toen: ‘Maar als je vrienden in Europa je zagen, ik denk dat ze om jou toch harder zouden lachen dan om mij.’ Parbleu, hij zit waar hij thuishoort, en met een fraaie toekomst. Toch zit ik op 't Archief ook heel waardig: ik ben nl. in het meubilair gezet, boven op de zolder waar ik gewoonlijk zit, en dat meubilair is van het fraaiste Djapara-houtsnijwerk en heeft toebehoord aan een resident van Cheribon die er x mille voor wou maken, hier in Batavia en f 150 ervoor aangeboden kreeg. De man heeft de boel toen op 't Archief in bewaring gegeven, is overleden of heeft 't vergeten of allebei, en nu zit ik daarop en daartusschen met het halve gare Indoklerkje dat zoo'n beetje mijn factotum is.
Ik zou toch wel graag terug nr Europa. Tenzij ik physiek er heelemaal bovenop kwam, en Bep ook. - Nu, neem dit voor lief en sterkte. Schrijf me eens wat uitvoeriger van jouw kant. Iedereen hier die je kent of leest, houdt veel van Greshoff.
Veel liefs, ook van Bep en aan de Atie-ex-Brunt, van steeds je
E.
- voetnoot1.
- Briefkaart 3419 (1062). Herman Robbers was op 15 september 1937 overleden.
- voetnoot2.
- Een passage als door DP aangeduid is niet teruggevonden in de brieven aan Greshoff en ook niet in Bw TB-DP 4, p. 250-251 (= 3405 (1055)).
- voetnoot3.
- Brief van 27 februari 1938 (1060 = Bw TB-DP 4, p. 257-260).
- voetnoot4.
- Brief niet teruggevonden.
- voetnoot5.
- E. du Perron, In deze grootse tijd verscheen, postuum, pas in 1946 bij Stols te 's-Gravenhage.
- voetnoot6.
- ‘Zich doen gelden’.
- voetnoot7.
- H.C. Zentgraaff, Atjeh. Batavia etc. zj. Zie voor Zentgraaff 3250 n 13.
- voetnoot8.
- In de 19e eeuw aanvankelijk Griekse troepen in Turkije, later ook onregelmatige troepen in Griekenland zelf.