E. du Perron
aan
H. Samkalden
Garoet, 15 december 1937
Garoet, 15 Dec. '37.
Beste Hugo,
Dank voor je brief. We staan op het punt Garoet te verlaten, denken eerst nog drie dagen in Bandoeng te zijn en tegen 19 dezer op Bat. te belanden. Ik ben zoo'n beetje opgeknapt, maar zich frisch voelen is iets anders. Met Bep daarentegen gaat het iets beter. Je ex. van de Lebak-man krijg je van mij. Maar even geduld, want Q. heeft iedereen bedeeld, behalve den armen schrijverd. Dwz. ik krijg een groot pak tegelijk, dat dus achteraan sleept, terwijl ieder pers-man zijn individueel ex. al thuis kreeg. Zoodat ik zelfs nog niet weet wat voor snoet dat boek van me heeft!
Er zal overigens het noodige tégen worden aangevoerd, reken daarop! De kwestie is dat, door het gelijktijdige verschijnen van het boek van Saks, het kamp niet meer verdeeld is in pro- en contra-Multatulianen maar ook in pro-Saksers (socialisten en andere marxisten!) en pro-Perronen, voor zoover die bestaan (ze zijn zeker minder talrijk dan de socialistische partij). Dr. Noordenbos, schrijft Ter Braak mij, heeft al een fraai stuk gezet in de N.R.C. waarin ongeveer betoogd wordt dat Saks een rijpe wijze is en ik een jong enthousiast. Dat is toch wel savoereus, als ze jarenlang geklaagd hebben dat je zoo cynisch, cerebraal, liefdeloos en ‘onontroerd’ bent (en natuurlijk bloedarmoedig)! Als 't niet allemaal zoo hopeloos stom was, zou ik er me hoogelijk mee amuseeren. Enfin, wat ik over Multatuli te zeggen had, en daar gaat het tenslotte om, is nu gezegd, - voor het grootste deel tenminste. (Een vervolg op mijn boek zal wel nooit komen.) Het schijnt dat Noordenbos het niet vinden van dat belangrijke Lebak-stuk door Saks - die, merk ik nu, niet 10, maar 17 jaar in Multatuli's verleden gemorreld heeft! - goed praat met een ‘smoes’ (het woord is van Ter Braak). Hij schrijft (dwz. Ter Braak) dat zoo'n smoes alleen uitgevonden kan worden door iemand die coûte que coûte Saks wil dekken, en dat hij deze Noordenbos kent en hem voor niet ongeschikt en zelfs niet dom had gehouden, tot dusver, maar dat dit stuk bot is. Met-dat-al weet ik van niets, omdat ik dat stuk wel kan ‘voorvoelen’ - o, makkelijk genoeg! - maar het tenslotte niet gezien heb.
Ik neem mij nu voor niet over Saks te schrijven vóór alle gedaas losgekomen is. Daarna schrijf ik misschien een dialoog, waarin ik alles en nog wat verwerk, en dat - waar mijn ‘tweede deel’ wel nooit geschreven zal worden - mijn slotwoord zal zijn. Daarin zal ik behandelen: Muit-van Lennep, Mult.-Huet, Mult.-Saks, de reacties van de NoordenbossenGa naar voetnoot3. die uit zuiver socialisme of collegiaal-marxistische gevoelens als historicus meeknoeien, als het moet, de reactie van de Zentgraven misschien, kortom alles. En als ik ooit venijnig geweest zal zijn, dan daar. Zonder enthousiasme dan, - dat houd ik voor Multatuli! - voor deze lieden komen al die andere qualiteitjes van me dan maar weer in werking!
Waarom wou je in godsnaam die persoonlijkheids-historie van ForumGa naar voetnoot4. hierbij te pas brengen, en te onpas weer oprakelen? Het getuigt natuurlijk van een studieuzen geest, maar waarom in dit verband? Omdat Multatuli een van de ‘goden’ van Forum was? Je kunt het zoo stellen, maar m.i. verplaats je dan het accent - dat veel beter kan vallen op de waarde van M. zelf - naar Forum, dat als geschiedenis nog niet oud genoeg is om interessant te zijn. Die persoonlijkheidskwestie is iets waarover al zooveel idiotieën gezegd zijn (het idiootste, want het makkelijkste, was ons te betichten dat we niet op het literair talent letten, mits de persoonlijkheid maar boeiend was!). Als je daarmee rekening gaat houden, zitten we inderdaad 100% op Batavia en 105% in de eerste klas.
Kort genomen, kan ik 't je met één voorbeeld duidelijk maken:
Binnendijk: persoonlijkheid 4, literair talent 6, totaal: 10
Courier dit Dubekart: persoonl. 9, literair talent 4, totaal: 13
Dus: Courier dit Dubekart is, zèlfs literair gesproken, dwz. bekeken als iemand die op papier tot ons komt, belangrijker dan Binnendijk.
Zoo kun je ook vergelijken tusschen Corbière en Anatole France bijv! Maar dat de ‘persoonlijkheid’ het ‘talent’ kon uitsluiten, is een trouvaille van de tegenpartij. Gelijk altijd, in zulke zaken.
Bij Multatuli gaat het heele probleempje niet meer op. Iemand als A. Roland Holst, die èn een sterke (zuivere, eigen) persoonlijkheid is èn heelemaal op het ‘esthetische’ is ingesteld, die dus absoluut contra het genre Multatuli is, zei me op een dag dat ik hem vroeg wie beter schreef, Multatuli of Van Deyssel, met een argwanenden blik: ‘Weet je dat werkelijk niet?’ ‘Jawel, zei ik, maar ik wou 't van joú hooren’. - ‘Multatuli natuurlijk’. - Alléén de tachtigers zijn gepreoccupeerd genoeg geweest met hun nieuw uitvindinkje van ‘woordkunst’, om daaraan te twijfelen. Als je de typisch-hollandsche Multatuli-haat dus uitschakelt, krijg je objectief:
Multatuli: persoonlijkheid, 10, literair talent 10.
Wat alle Forum-interpretatie overbodig en ‘dik’ maakt.
Ik schrijf je dit expres omdat ik je liever niet je zie uitputten in studieuze overbodigheden, die door den onverschilligen Bataviaan tòch niet begrepen worden, en door de anderen (als daar zijn: Ritman en van der Ven,Ga naar voetnoot6. Binnerts en Jansen en nog 6 anderen) meesmuilend zullen worden becommenteerd. Waarom lees je niet doodgewoon dat boek van me - al of niet met dat van Saks ernaast - en schrijft dan gewoon voor de vuist weg hoe jij erop reageert? Je hebt niets noodig dan Dr. Hugo Samkalden te zijn, dwz. zooals je reilt-en-zijlt iemand met 10 × meer ‘cultuur’ en ‘finesse’ en 10 × minder hollandsche plompverlorenheid, dan nagenoeg alle ambtenaren en aanverwante belangstellenden in Indië die niet, literair gesproken, ‘van het vak’ zijn. Je stuk zal beter uitvallen, èn voor jou èn voor iedereen (ook voor den ‘gewonen’ lezer), als je alle sociologische, ambtenaarlijke, politieke, historische, literaire preoccupatie vergeet, en jezelf gewoon aanvaardt als een voldoend magazijn van al die heerlijkheid en dus als iemand die ‘zoo maar’ een opinie heeft.
Misschien geloof je me als ik je zeg dat ik je hierin raad met het oog op jezelf en je artikel en niet op mij of het meer of mindere goeds dat ik zus of zoo van je loskrijg. Op dàt gebied krijg je carte blanche van me; ik twijfel nl. niet aan je vriendschappelijke gezindheid en verdere ‘kritiek’ neem ik dan graag op den koop toe. Zoo heb ik niet superieur gelachen om het stuk van den braven Van der VenGa naar voetnoot8. - van wiens vriendschappelijkheid ik overigens heel wat minder overtuigd ben dan van de jouwe! - en het vooral prettig gevonden dat hij mij niet in 't B.N. bewierookt heeft, want dat zou ik bepaald genant hebben gevonden! Zijn criteria, voor zoover die tegen mij ingingen, hebben me siberisch gelaten en wat ‘het publiek’ ervan denkt vind ik al lang goed. Jansen intusschen reageerde net zoo op dat artikel als jij. Ik vind zoo'n mopje aan 't eind van: ‘...en intusschen toch stevig van zichzelf houdt en misschien ook een beetje van anderen’, dat een vuiligheidje zou kunnen zijn, tenslotte meer ‘ongekund’ dan impertinent. In ieder geval wensch ik hem en zijn geestverwanten toe dat ze zooveel van anderen kunnen houden als ik het vermag te doen, al is mijn hart dan niet ruim genoeg voor collectivistische liefdes.
Zoo, dat is een lang praatje. Gelukkig dat mijn koffers gepakt zijn. Ik zend je dus een ex. van den M.v.L. zoodra ik mijn pak ontvangen heb - léén het anders zoo lang van Ritman - en ik geef je ons bataviaasch adres op zoodra we daar ergens geïnstalleerd zijn.
Hartelijk gegroet tot zoolang door ons beiden
steeds je EdP.
P.S. Dat stukje van me tegen ElsjeGa naar voetnoot9. wàs eig. geen ‘stukje tegen’ maar een bepaalde vorm om deze zaak te belichten. Maar in 't Bat. Nwsbl. zou dat verkeerd zijn geweest. Ik had daarvan trouwens eenig vermoeden en schreef R. dat in het ‘geleidebriefje’Ga naar voetnoot10. zelf! Ik vind die stukjes van Elsje ook zeer geschikt; en daarom heb ik liever niet dat ze domme slagformules gebruikt over literaire waarden, al is 't dan maar tegen een meneer die voor den vlaamschen taalstrijd voelt.Ga naar voetnoot* Want, zie je, Hugo: de formule ‘bloedrijkheid + ontroering = literaire qualiteit’ is ook gommenikkisch eersteklas!
Vale et me ama!
(Ik heb hier een dure vulpen gekocht, om te komen tot het resultaat dat mijn schrift gaandeweg meer gaat lijken op dat van Vestdijk!)