E. du Perron
aan
H. Samkalden
Garoet, 9 november 1937
Garoet, 9 Nov. '37.
Beste Hugo,
Ik las met plezier en belangstelling je stuk over de 20 jaar.Ga naar voetnoot1. Waarom de redactie andere ‘conclusies’ heeft is me een raadsel, buiten de ‘conjunctuur’ dan altijd. Maar dergelijke raadselen zijn tenslotte het aankijken niet waard. Uitstekend is je conclusie over de have-en have not's d.w.z. over de éénige reëele politieke gronden, waarboven alle ideologie kletsica en lullax is, en alibi om niet zóó onvervroren hebberig te lijken als men is. Precies in dezen toon zou men altijd over politiek moeten praten altijd met een démasqué van alle gecoquetteer met ‘denkbeelden’, ‘principes’ e.dgl. Daarom ook is ieder debat over cultureele waarden met een politicus een clownerie, omdat je eig. altijd beginnen moet met vast te stellen wat voor jou en wat voor hem ernst is, en omdat hij zich dan beleedigd acht.
Ritm. vroeg mij jou te vragen, om voor 't B.N. te schrijven over de Mult.-boeken van mij en van Saks samen (ze zijn op komst).Ga naar voetnoot2. Hij stelde dit voor, omdat je tegenover mij makkelijker neen zou kunnen zeggen dan tegenover hem. Alzoo: zeg zeer gerust neen, als je er geen lust in hebt. In dat geval wordt er gewoon niet over geschreven. Of Sk. of nix is het voor Rtm., en voor mij eig. ook, zoo langzamerhand!
Rousseau valt me tegen. Ik las nu het heele Contrat Social en ook nog het essay over de Inégalité des Hommes. Van alle encyclopedisten is deze man toch typisch de meest ‘halfzachte’, het meest Zwitser van Genève, ook in zijn stijl. Zijn C.S. heeft bovendien zinnetjes, die ook bij Mussolini voorkomen, vooral over Staat en Vrijheid!
Hartelijke groeten van je
EdP.
P.S. Stuur mij 't art. over Schoonheyt terug + Blocnotes (uitgescheurd).