E. du Perron
aan
L.F. Jansen
Garoet, 30 oktober 1937Ga naar voetnoot1.
Garoet 30 October.
Beste Leo,
Binnerts was even hier. Kort, maar gezellig. We voelen ons toch altijd weer verkwikt, als we behoorlijke menschen zien. Vandaag breng ik door met het bekrabbelen van de Haren-historie in de doorslagen; overmorgen (morgen is Zondag) zend ik jou zoo'n doorslag. Geef het na lezing aan B. door en schrijf me uitvoerig - zonder eerst met hem erover te praten (dat voorkomt samenvallen èn contramine-verschuivingen) wat het voor je beteekent. Ik bedoel dus niet zozeer of het goed of slecht is, kunst of niet - hoewel ik natuurlijk graag detailkritiek hoor! - maar bovenal
wat het, als nasmaak, is. Dat wil zeggen vooral een ‘historische schets’, of ‘aardige portretten’, of een ‘amusant schandaal’, of een ‘filosofische illustratie’, enz. Noch Bep noch ik weten dat nu namelijk, omdat we zoo precies weten hoe het ding in elkaar is gezet. Alleen iemand die voor het eerst het totaal proeft, weet dat zeker. Het kan natuurlijk ook zijn dat er niet één definitief karakter uit komt, dat het een rammelend geheel is met wel aardige en minder goede (subs. belabberde) stukken. In dat geval is het mislukt. Schrijf ook of het doodgewoon boeiend is, of niet. In jouw geval ook of je er iets van dien ouden toon in vindt, dien je nu absoluut wilt, dien spel-toon. Ik vrees daarvoor!
Ik zend je, gelijk hiermee, een artikel dat ik schreef over Boven-Digoel van Schoonheyt, en dat nu pas (?) gedrukt werd (ik schreef het toen ik pas in Tjitjoeroeg was, zoowat 9 maanden geleden), en een bespreking door Ter Braak van het boek van Guzman,Ga naar voetnoot3. dat ik je zoo aanraadde. Ik lees het nu over en bevind het nog beter dan ik dacht. Stuur Ter Braak en Uzzeltje aan Samkalden (als je het nog niet deed); Stuur artikel van Ter Braak over Guzman mèt de van Harens aan Binnerts; Stuur mij het artikel over Boven-Digoel terug.
Dank, dank, en excuseer al deze administratie!
Steeds je, E. du Perron.