E. du Perron
aan
H. Samkalden
Garoet, 24 oktober 7937
Garoet, 24 Oct. '37.
Allerwaardste,
Dank voor je teekening en verdere moeite. Volgens dit konterfijtsel is het draagding doodgewoon een vaandel. Ik dacht dat het meer een ‘banderolle’ was. Maar aan duidelijkheid mangeltje teekening niet, dus: vaandel.
Gelijk hiermee zend ik je G.N. van October. Tegen mijn gewoonte laat ik er dit maal die bloknootjes in staan (die iedereen schrijven kan); het is nl. allergekst, maar deze heele reeks - ± Sept. '36 in Parijs geschreven, vermoed ik - zou met het oog op Mr. Hugo S. te Tjiawi hebben kunnen zijn vastgelegd. Marx, Heden ik morgen gij, etc.
Wil je, na lezing, deze blzn. eruit scheuren en ze mij weer opzenden? Ik reken erop, want ik verzamel al dit ongewenschte schrijfsel; vroeger of later zet ik het toch nog eens aan het hollandsche publiek, mijn lieve vrienden, voor.
Schrijf me hoe je Teresa Imm, van Marsman vindt: goed, half-goed of slecht? Ik weet ditmaal nl. niet wat ik er precies van denk. Het valt een beetje buiten zijn toon, lijkt me.
Hartelijk gegroet door ons 2 steeds je
EdP