E. du Perron
aan
H. Samkalden
Garoet, 21 oktober 1937
Garoet, 21 Oct. '37.
Beste Hi-igo, (zooals Alijntje zegt),
Gelijk hiermee zend ik je Gr. Ned., met - om je marxistische vezels aangenaam te kittelen - een stuk erin van Stuiveling over den ‘onbekenden Gorter’, waarin het overbekende gelul wordt herhaald van dat het marxisme zijn talent allerminst verpest heeft, maar juist ‘gered’. Bravo, dat zij dan zoo - voor marxisten. Marxisten zijn nu eenmaal lieden die 99 × op de 100 alles genieten in kunst behalve de kunst; die is voor deze lieden zoo'n beetje aanleiding tot marxistische uiteenzettingen. 't Is maar waar je naar kijkt, als je iets mooi of leelijk vindt. Je vriend Jansen, en misschien jij ook? zullen dit stuk van Stuiveling wel belangrijk en goed vinden; ik vind het schoolsch, vol nietszeggende citaten en verwijzingen naar autoriteiten als zekeren socialist Kuyper,Ga naar voetnoot1. die geen snars benul heeft van poëzie, en summa summarum erg onbeduidend. Lees dan het boekje van Marsman ernaast - dat nu net uit is - dan weet je, als je nog eenig gevoel hebt voor competentie inzake esthetische onderwerpen - wie recht van spreken heeft en wie niet. Overigens vind ik Stuiveling, op het plan waar hij thuishoort (zijn talent is maar heel matig) lang niet gek.
Verder las ik vanmorgen met veel plezier je stuk in het B.N.Ga naar voetnoot2. Je ziet dat je Ritman ten onrechte verdacht hebt, want hij heeft er een vuile-ton van gemaakt. Het is het beste stuk dat ik tot dusver van je in dit blad las, en al ben ik het op een paar onderdeden niet met je eens, het geheel vind ik voortreffelijk. Ik zal het uitknippen en aan Ter Braak zenden, met wat uitleg, en verzoek het aan Romein door te geven, wiens adres ik zelf niet meer heb. Mijn voornaamste bezwaar, onder ons, is dat je Romein zoo ‘briljant’ maakt; voor mij is hij sympathiek en knap, maar verder juist een beetje ‘vaal’. Huizinga heeft, met al zijn engheid en precieusheid, helaas, toch meer stijl. (Ik zou niets liever zien dan dat R. hem ook op dat gebied achter zich liet, maar het zou liegen zijn als je zei dat het zoo was.) Met dat al geef ik je gelijk dat je zulke dingen niet in het B.N. zet. Tegenover het publiek dat hier over hem moet oordeelen, moet hij alles mee hebben, uit.
Ik vroeg Bep je te zeggen dat ik ook nogal flauw van R. vond om H. niet te begrijpen,Ga naar voetnoot3. wanneer deze den historischen romanschrijver tegenover den historicus plaatst. Natuurlijk is ook H. zoo gek niet om niet te weten dat het voor den ‘kunstenaar’ ook gaat om ‘echtheid’; hij had recht om bij intelligente lezers als bekend te veronderstellen, als vanzelfsprekend, dat hij hier bedoelde: historische echtheid (en behoefte dààraan), Romein zoekt dus een ‘mauvaise querelle’ met hem, als hij hem vertelt dat de kunstenaars het ook heusch zoo echt bedoelen. Ikke, die momenteel me scheel zoek in geschiedboeken naar suggestieve bijkleurtjes voor mijn Van Haren-verhaal, en die door R. dus verdedigd word, kan niet anders dan H. gelijk geven op dit punt. Er is ook nog zooiets als ‘intellectueel geweten’, naast marxisme of niet-marxisme, en zoodra dit ruzietje van al-of-niet-met-Marx loskomt, schijnt dat op de loop te moeten. In ieder geval herinner ik me steeds met plezier hoe R. mij volmondig toegaf dat marxistische kunstenaars geen snars talent konden hebben en kunstenaars zonder idee van Marx heel veel talent. Dat is veel, - voor een marxist! Mevr. R. citeerde onlangs Jacobsen, die zooiets schreef van: ‘Het zal wel verwaand van me zijn, maar als ik naar die andere schrijvers kijk, dan denk ik eig. vanzelf dat ik een ras-schrijver ben en zij maar burgerjongens in de schrijverij’Ga naar voetnoot4. - of zooiets. Dit is uitstekend. Dit gevoel heb ik - hoogst verwaand natuurlijk - nu bij iederen Panferov en bij den ‘knapsten’, Ehrenburg. Marsman is een rasschrijver, ook waar zijn boeken mislukken. Ehr. is een hardwerkende burgerjongen.
Vind je dit gek? Daar begrijp ik dan niets van! Hartelijk gegroet door je
EdP
Als je wilt, kan ik je het boekje van Marsman over Gorter zenden; je kent het grootendeels uit De Gids, maar het boekje is toch nog beter. Hij heeft er nog flink in gewerkt.
Wat een mooi figuur heeft ‘E.d-D.’ hier gemaakt!Ga naar voetnoot5.