E. du Perron
aan
L.F. Jansen
Tjitjoeroeg, 3 september 1937
Tjitjoeroeg, 3 sept. 1937
('s avonds)
Beste Jansen,
Dank voor je beide postbladen. Ik heb me geamuseerd met de commentaren van je twee zegsmannen. No. 1 vooral is best. Je moet hier inderdaad 10 × meer nog dan in het ‘onvolvloekbaar’ Holland, telkens van-voor-af-aan beginnen, en alvorens 2 kolom over Gide in Rusland te vertellen, zou Ritman me dus de beschikking moeten geven over 6 kolom, om menschen als No. 1 ‘duidelijk te doen worden’ dat, en misschien waarom, deze Gide een groot schrijver is. Grootelijks verboden iets als bekend te veronderstellen. Als ik het over Einstein had gehad, zou ik ook 6 kolom als inleiding moeten volpennen om te bewijzen dat deze Einstein een van de grootste geleerden van de eeuw is? Je moet dat No. 1 toch eens vragen. Niet ik, maar hij is en défaut, als hij in 1937 nog niet weet wie André Gide is. Zijn papa weet waarschijnlijk wie Anatole France was. Of neen, dit zijn allemaal idioote illuzies van me. Ze weten wie de Fabriciussen zijn van hun tijd en dat is hun ook genoeg. Maar ik verdom het dan verder om met ze te praten. Ze mogen en moeten dan maar naar me luisteren en probeeren te begrijpen wat ze begrijpen kunnen: in casu, voor No. 1, dat Gide dus een ‘zeer oprecht man’ is. Bravo! No. 1 is nog meer zooals hij zijn moet. Deze heeft niet begrepen dat het zoowel in het stuk over Ter Braak als in dat over Gide over essentieel literaire onderwerpen ging: positie van den schrijver in een politieke periode. Leg het hem voorzichtig uit. Overigens krijgt de ‘gewone krantenlezer’ binnenkort zijn zin, want gisteren juist - dit is één dag voor je kaart - schreef ik Ritman wat hij ervan zou denken als ik voor zijn krant een causerie schreef over het detective-verhaal.Ga naar voetnoot2. Ik wou behandelen: een nieuwe ‘gids’ voor den politieroman, van François Fosca; de 2 spelletjes van Dennis WheatlyGa naar voetnoot4.; en een boek van werkelijk gebeurde moorden, geanalyseerd door specialiteiten in detective fiction, dat ik nog van Visser halen moet.Ga naar voetnoot5. Maar ik zei Ritman dat ik dit niet in 2 kolom klaar speel; dat hij het dus in 2 stukken moet plaatsen òf in 1 lang stuk; tenzij ik het als 2 aparte stukken schrijf, wat ik liever niet doe.... Zien wat hij zegt. Wil jij intusschen dien heer WarmelooGa naar voetnoot6. bij zijn toch indisch nekvelletje pakken en hem zeggen dat hij stante pede zijn (= niet dichtgeplakt) ex. van Murder off Miami naar mij zendt. Dat moet ik er dan weer even bij hebben. Ik denk dat ik het amusant maken kan, voel me daar tenminste wel toe geïnspireerd.
Vanmorgen ontdekte ik met Bep samen Depok.Ga naar voetnoot7. Allerliefst, en absoluut de sfeer van het oude koloniale Indië, wat Mr. Cornelis was in den tijd van den kleinen Ducroo. Ik ben er heelemaal door aangedaan en zou een jaar van mijn leven in Depok door willen brengen, alles vergetend behalve een boek daar over. Dit Indië is overigens 100% ‘Bataviasche Ommelanden’, zou nergens anders kunnen zijn, dunkt mij, dan daar. Die roode grond alleen al. We moeten er eens samen heen. Je mag Fl. 3. - meebetalen aan de Fl. 7,50 voor de Poe, als ik betalen moet, namelijk voor Da Ponte.Ga naar voetnoot8. Maar alleen als Da Ponte je bevalt. Je hebt dus allen tijd om hem te proeven; en neem hem vooral niet ‘om mij plezier te doen’, want daar doe je me toch geen plezier mee, soenggoe mati.Ga naar voetnoot9. Van een nichtje dat ook op mij helpt neerzien heeft Maria Binnerts mij nog nooit ofte nimmer iets onthuld. Dat komt dus nog. Hoe heet het lieve kind? Als het Du Perron is - dus onmiddellijk dochtertje van mijn neef ‘Boy’ van Nanggoeng -Ga naar voetnoot10. heeft ze me van haar leven niet aanschouwd. Wat overigens een uitstekende voorwaarde is voor het neerzien bovenbedoeld.
Naar de Pasar GambirGa naar voetnoot11. zullen we zeker wel niet meer gaan. Ik ben nu zelf wat sikkeneurig van al die hinderpaaltjes. Ik zal Groeneveldt schrijven, nu jij hem geen uitleg hebt gegeven. Als we Batavia bewonen, komen we vanzelf tot al het uitgaan dat we nu nalaten; maar dan zullen daar stokjes voor gestoken moeten worden, vanwege de kostbaarheid. Ik las vanmiddag in de krant dat je pedel-concierge van de Rechtshoogeschool kunt worden op een salaris van 100 tot 250 pop 's maands; is dat niet iets voor mij? Bep vroeg het zich even af. (Hollandsche lezer dit is ironie).
Ik had met Bep onlangs een uitstekend gesprek over een bepaalde hollandsche evolutie, waarin we tot onze eigen schrik bemerkten dat jij (hoewel natuurlijk met verschillen) in hetzelfde stadium verkeert als van der Hoop. Mondeling nader hierover, want het zou pagina's en pagina's in beslag nemen! In het kort komt het hierop neer dat de Hollander die zoover kwam dat hij aan de theologie van zijn herediteit ontsnapte, nu verder ook over alles lachen (= zich nergens meer over druk maken) wil. En ook in dit opzicht vind ik mijn bewonderde Multatuli als heerlijk onhollandsch: aan de theologie ontsnapt èn zich nog ‘druk makend’ over allerlei. Ter Braak die als denkend schrijver zich in zekeren zin druk maken moet, is in menig opzicht hetzelfde stadium als jij en v.d. H. Hoever het met Binnerts staat, weet ik niet; misschien is hij niet zóó vrij van de theologie als hijzelf denkt. Maar ik weet het niet.Ga naar voetnoot12. - Tot nader. Hartelijke groeten, ook van Bep, die je heel graag hier ziet (denk niet het tegendeel!)
Steeds je E. du Perron