E. du Perron
aan
G.M.G. Douwes Dekker
Tjitjoeroeg, 28 mei 1937
Tjitjoeroeg, 28 Mei '37.
Waarde Heer Douwes Dekker,
Dank voor uw briefkaart. Ik maakte me al wat ongerust over uw niet-verschijnen,Ga naar voetnoot1. en vreesde dat dat in verband met die dokumen-ten-historie zou zijn. We kunnen nu beter alles bespreken. Ik kwam gisteravond hier aan, en heb nu van alles op te redderen en bij te spijkeren; bovendien zit ik alleen, want mijn vrouw is voor die eindexamen-commissie (waar ik u, meen ik, over schreef) nu voor 3 weken in Bandoeng.
Waarschuwt u mij, als 't kan, één dag vooruit, als u komt; ik zorg dan dat ik u niet heelemaal als heremiet ontvang! U kunt hier gerust blijven eten, ik stik in de overvloed van bedienden tegenwoordig, de zaak is alleen maar dat eten voor 1 persoon wat karig zou zijn voor 3. Ik kan mij voorstellen met welk ongeduld u naar de boot uitziet. Ik ben in ieder geval 1 en 2 Juni hier; mòcht ik onverwachts weggeroepen worden (waar weinig kans op is) dan laat ik u dat tijdig weten. Tot ziens dus.
Met vriendelijke groeten,
EdP