E. du Perron
aan
J. Greshoff
Tjilatjap, 3 mei 1937
Tjilatjap, 3 Mei 1937.
Beste Jan,
Gisteren te Bandoeng kreeg ik van D.D. een hfdst. van zijn mémoires. Ik nam het mee hierheen en zend het je nu. Als je het goed vindt, plaats het dan, maar bedenk dat hij geen schrijver is; aan den anderen kant wordt dit boek een unicum, en lijkt het mij voor Gr. Ned. alleraardigst om mémoires te brengen van dit soort, die bij ons zoo ontbreken. D.D. is voor Indië een figuur geweest à la Trotsky, hoewel hij daar niet op lijkt. Hij wil zijn mémoires schrijven op deze manier, d.w.z. in losse herinneringen achter elkaar - ‘kaleidoscopisch’; zoo heet een ander hfdst. ‘Gevangenissen’. Hij las mij daar stukken uit voor, die uitstekend waren. Alles zal wel wat ‘ongelijk’ zijn, maar hij heeft er geen bezwaar tegen dat de dingen die ‘gevaarlijk’ zouden kunnen zijn geschrapt worden. Zie wat je doet. Is dit 1e hfdst. te lang voor één nr., splits het dan in 2 en noem het 2e: ‘Nog meer Brillianten’ of zoo. Maar liever alles bijeen, vooral voor de 1e keer.
Wil je D.D. voor de lezers verantwoorden, dan vind je hem genoemd in de ‘Koloniale Geschiedenis’ van Colenbrander (3e deel); bij Stokvis ‘Van Wingewest tot Zelfbestuur’; en bij Romein, ‘Kol. Gesch.’ ook, meen ik.
Schrijf mij zoo gauw mogelijk hierover.
Dit plaatsje is allerliefst en het strand bijna als 2 druppels dat van de Zandbaai (Balekambang). Verder groote kanarilanen,Ga naar voetnoot2. een kerkhof aan zee, alles wat noodig is om een leven in stilte te eindigen.
Later meer; dit gaat in haast vanuit een wat povere hotelkamer. Veel hartelijks onder ons allen,
Je E.