Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
| |
II
15 April.
Ik schrijf op deze kant nog een nieuwe brief: 1o omdat het papier daar ditmaal goed tegen kan, 2o. omdat deze envelop toch eerst met de volgende vliegpost gaat (ik kwam gister te laat). Dus kan ik ook weer over wat anders praten. Gisteren was ik erg neergeslagen door je verhaal van al die klachten over Blocnote; iets waar ik vroeger juist erg strijdlustig door geworden zou zijn. Dat ben ik trouwens nu ook nog, maar met meer en meer het gevoel dat wij 't toch zullen afleggen tegen de vulgaire en brutale platheid. ik ken zóógoed het eigen belang (zou Menno zeggen) van al de lieden die zich zoo aan mijn formuletjes stooten. Als het zoo weinig ‘belangrijk’ was - dit ‘belangrijk’ slaat voor hen op iedere krant, op ieder beursbericht, op iedere sovjet-propaganda of zooiets gelijkwaardigs, of op iedere tooneelkul met veel geld erachter - dan zouden zij er vreê mee hebben, d.w.z. dan zou het zoo samenvloeien met hun eigen psyche, dat zij 't niet eens zouden merken. ‘Dat weten we toch al lang’, zal je zeggen. Ja; maar wat geeft 't of we't weten? De zaak is: hoe zetten we ons praktisch schrap, hoe zullen wij doen om te maken dat het vee ons tenslotte toch niet dwingt om onze matjes te rollen. Ik moet zeggen dat de neiging daartoe me vaak bekruipt. Schrijven voor Holland is toch, in geen enkel opzicht, een dankbaar iets (zie Multatuli, Couperus, Arthur), maar als het vee dan ook nog klachten heeft... Ook ‘geprikkelde medewerkers’, zeije. Ik ben benieuwd te weten: wie? Mea Mees-Verwey?Jan Romein? Lezers. Wie? Nijkerk? Bob de Roos? Unger? De geprikkelde boekhandelaars laat ik maar incognito, al heetten ze Colmjon-Verbraek. Ik zal je binnenkort een hfdst. zenden van Douwes Dekker, die op 't oogenblik zijn memoires schrijft. Hij is 58 en er dus rijp voor, en verder hebben ze hem nu zijn onderwijsbevoegdheid afgenomen.Ga naar voetnoot* Hij is een ‘historische figuur’ hier in Indië, voornaamste oprichter van de Indische Partij in 1912, en verder tot dusver de rijkste persoonlijkheid, verreweg, die wij hier ontmoet hebben. Natuurlijk heeft hij zijn eigenaardigheden en is hij niet ongestraft zoolang in Indië = ‘de provincie’ gebleven. Maar zijn persoonlijkheid redt alles. Hij schrijft ook best, ondanks alle feilen die men er weer in kan ontdekken, d.w.z. hij heeft absoluut zijn eigen stem - ook als het al-te-pathetische soms wat gek wordt. Ik heb dat hfdst. nog niet gelezen, hij moet het mij nog zenden, maar het is ‘kaleidoscopisch’ zegt hij - een soort loopbaan-in-vogelvlucht. In het stuk over Pé e zette ik wat over hem, dat is dan best voor je lezers, als je zijn hfdst. plaatst, bij wijze van introductie. Als de volgende hfdstn. goed worden en het Ie niet tezeer door je lezers wordt aangeblaft, kan je misschien au fur et a mesure heel wat van die mémoires plaatsen. Als stuk indische geschiedenis zijn ze wschl. van belang - al heeft hij mij gezegd dat hij zeker een heeleboel niet zou kunnen schrijven. Als ‘literatuur’ is het zeker 10 × beter dan Romein!7 Voel je verder, in principe, iets voor vertalingen uit het oudjavaansch? (d.i. zooals je weet een geheime taal, waar men alleen achter komt als men erg goed sanskriet en nieuw-javaansch kent) - dus zooiets als vertalingen - uit het grieksch - of zeg: uit het romaansch. Poerbatjaraka, die op het oogenblik conservator is van de hs.-afdeeling van het Bat. Genootschap, en hoopen vertaald heeft (o.a. de zeer mooie Pandji-verhalen), wil misschien wel een vertaling afstaan. Hij is nogal lastig en wantrouwig, zijnde een echte Javaan. Misschien ook wordt hij bang als hij hoort dat je ‘D.D.’ publiceert: dat is voor Holland niets, maar hier vergt het al een zekere moed om met hem om te gaan. Over een tijdje schrijf ik misschien een groot stuk over een figuur van hier, die prachtig is: Brata Joeda, in werkelijkheid Courier dit Dubekart, een soort Multatuli in mindere rang - maar veel meer ‘avonturier’. Dezen man hebben ze dood gekregen, omdat hij alles aan de kaak stelde; hij heeft overigens zijn regent wè l eruit gekregen. Kalff heeft een stuk over hem geschreven in de Multatuli-opstellensGa naar voetnoot8.; ik zou dus nieuwe dingen moeten vinden, zijn eene boek Feiten lezen, kranten uit dien tijd opsporen, enz. Als het lukt - ik moet er nog heelemaal aan beginnen - zend ik je het resultaat. In opstelvorm, voor het vee fahig gemaakt!Ga naar voetnoot9. Waarom geef je Kees niet zelf les in hollandsch? Uit Multatuli bijv.? Zou dat geen afleiding voor je zijn? Misschien vertaalt hij hem nog eens i/h fransch. Nu Jan, het beste. Jij niet alleen, ik word ook oud. Werkelijk, oud! Wat zal 't zijn als we elkaar terugzien - over 10 jaar? Wij hebben de Locomotief niet, helaas, dus we blijven gespeend van de brieven aan ‘Rosine’. Nogmaals veel hartelijks. |
|