E. du Perron
aan
G.O. Tissing
Parijs, 10 juni 1936
Parijs, Woensdag. Bd. Murat 88.
Beste Adé,
Ik was erg in mijn sas met je brief, want ik begon me al de zwartste voorstellingen te maken: dat je weer verzwonden was, dat je niet in Europa was beland, dat je verder niets met mij ‘van doen’ wilde hebben, etc. Gelukkig is dat alles nu opgeruimd. Wat een dwaze historie, dat zoeken van mij in Parijs! Pia in de rue Poussin moet een andere Pia zijn geweest, de mijne heeft daar nooit gewoond, en zit bovendien tegenwoordig in Lyon; Malraux 44 rue du Bac was goed, jammer dat je daar niet aangedrongen hebt. Maar wat een sof dat we elkaar niet tegen het lijf geloopen zijn toen je hier de straat doorkruiste. Enfin... laten we dit nu maar gauw repareeren: ik reken dus op je tegen den 20en.
Toen je niet antwoordde, is Ter Braak hier met de vacantiedagen komen logeeren.Ga naar voetnoot1. Hij was zeer in zijn schik met het kamertje; hopelijk zal jij je er dus ook wel ‘betah’Ga naar voetnoot2. voelen. Je kunt blijven zoolang je wilt; dat spreekt vanzelf.
Ik schrijf nu maar niet lang, omdat we elkaar toch spoedig terugzien en omdat we dan natuurlijk voor dagen voorraad hebben. - Zou je, vóór je hier komt, even naar Ter Braak willen gaan (hij wilde jou opzoeken, maar kreeg het opeens erg druk en is nu tot Zaterdag a.s. uit Den Haag)? Bel hem op: het nr. vind je in het telefoonboek; zeg dat je ‘Otto’ Tissing bent (of Adé); hij kent je heel goed! Het is een erg aardige vent, waar je misschien wel wat aan hebben kunt als je in Den Haag blijft, ook voor boeken die je zou willen lezen. Ik sluit hier een kritiek van hem in over het laatstverschenen boek van Székely-LulofsGa naar voetnoot3.; als je zulke boeken wilt lezen, koop ze dan niet, want ze liggen bij Ter Braak voor het opscheppen. Je hebt dan bovendien al een aanknoopingspunt, afgescheiden van mijzelf, als je hem ziet.Ga naar voetnoot4.
Ik zou willen dat je een boek van hem voor mij meebracht, nl. Pride and Prejudice van Jane Austen; ik heb het hem al geschreven. Maar je kan pas nà Zaterdag bij hem terecht.
Heb je in Indië Het Land van Herkomst nog gekregen, dat ik je door Querido liet sturen? Ik kreeg het adres van je onderneming door Ferdy; ik hoop dat hij hierin accurater is geweest dan toen hij jou mijn adres opgaf! Als je me nog eens in soortgelijke omstandigheden moet opsporen, is het eenvoudigste om in een boekhandel te vragen bij wie mijn laatste boek verschenen is (in dit geval dus Querido) en mij dan gewoon te schrijven p/a dien uitgever. Zoo krijg ik alle complimenten en verontwaardiginkjes trouw doorgestuurd.
Nu, Dé, tot spoedig. Ik ben erg blij je te zullen zien en Bep - de ‘academisch gevormde huissloof’ zooals Greshoff haar noemt - bezweert je dat ze al haar best zal doen om voor je te zorgen zonder je misnoegen op te wekken. Het nieuwe zoontje, Alain, kraait je tegemoet; hij spreekt op het oogenblik een taaltje dat het meest lijkt op maleisch, dus...
Groeten aan je moeder (ofschoon ze, geloof ik, weinig met me op heeft) en aan Non + echtgenoot (deze laatste ontmoette ik ook eens bij Feicko in Den Haag). Als je me je uur van aankomst opgeeft, vind je me aan den trein: weer 9 jaar ouder geworden, dikker, kaler, maar toch nog wel herkenbaar. Wat worden we oude jongens: we loopen goddorie naar de veertig!
Een poot van je
E.