E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 4 april 1936
Parijs, Zaterdag.
Beste Jan,
Er heeft een vervelend geval plaatsgehad: Bep is nl. zoo onvoorzichtig geweest om mij 300 fransche francs in een gewone brief te zenden (omdat ze dacht dat het anders omslachtig zou worden, voor het geval ik uit was of zoo). Die brief is hier Donderdag om 3 uur gebust, en Vrijdag om 6 uur, toen ik bij jullie wegging, was hij er nog niet. Is hij later nog gekomen?
Ik haast me je dit te schrijven, voor het geval je hem nog niet teruggezonden hebt. Maak hem dan open, en houd er 150 belg. frs. voor jezelf vanaf, en breng de rest dan even bij Simone, 5 rue Wappers, - het is vlak bij je. Dat is dan voor de vacantie van Gille. Mocht je die brief niet gekregen hebben, schrijf me dat dan dadelijk. Ik stuur je die 150 belg. frs. dan per postwissel.
Wat zijn wij toch een rare lui: een tijdje geleden was ik gekweld door die communistische problemen en toen werd ik door jou gekapitteld (zie Blocnote, eind van Congres I!). Nu word jij door de massa ‘gehanteerd’ en ik begrijp er niets van! Zoo zijn wij, idioten van droomers en pennevoerders!
Korridon heb ik nu gezien. Een zéér verleidelijk jongmensch!
Later meer. Ik hoop nu maar dat die brief terechtkomt, hetzij bij jullie, hetzij hier. Zulke grapjes als 300 fr. fransch aan een postbode cadeau te doen, kunnen wij ons niet goed veroorloven! Damn, nee!
Nogmaals dank voor het verblijf, vooral aan Atie, die er altijd nog wat meer last van heeft. Een hand van je
E.
P.S. Simone vindt Morlanwelz best, was overigens nogal geschikt. Wil je dus vast aan dien Prefect schrijven? Dank.