E. du Perron
aan
J. van Nijlen
Parijs, 9 oktober 1935
Parijs, Woensdagmiddag.
Beste Jan,
Vanmorgen kreeg ik een kort briefje van Jan Greshoff, waarin mij werd meegedeeld dat je weer te bed ligt. Ik ben er erg over ontdaan. Het is net of je vervolgd wordt, en het eenige goede, na dit alles, zou zijn dat je ook totaal genezen van je bed verrees!
Ik dacht dat je rustig en wel buiten Brussel zat en dat de rust je veel goed deed. En nu dit bericht! Als er iets is dat ik voor je doen kan, laat het mij dan vooral weten, en wees ervan overtuigd dat ik het met veel plezier doen zou. Zoo ook Bep.
Ik ben nu eigenlijk net terug uit Holland, waar ik een jachtige, zeer vermoeiende tien dagen doorbracht, ook o.a. met het oog op een ‘baan’; maar zoowel bij Querido als elders, over de heele lijn was het niets dan bot. Ik ben een beetje ontmoedigd teruggegaan. - Nu gaat Bep even naar Holland om er haar zaken te regelen, wat hoog noodig is; verder om zich te laten keuren door een dokter die in de tropen geweest is, met het oog op een eventueel vertrek van ons naar Indië. De eenige kans die ik zag was nl. daar - mijn vriend de Grave meent dat ik zeker iets vinden zal bij het Indo-Europeesch Verbond, waarvan hijzelf voorzitter is geweest (van de afdeeling Batavia). Maar mijn schoonzusterGa naar voetnoot1. zei terecht dat ik het niet hoef te probeeren als Bep de tropen niet doorstaan kan; dus op dat punt moeten we nu zoo gauw mogelijk zekerheid hebben. Is de dokter pertinent tégen, dan vervalt iedere poging in die richting.
In dat geval gelooven wij beiden nu dat het het verstandigst is om naar Holland te gaan, - en daar voortdurend uit te zien naar een ‘baan’; dus Aix en verdere droomen zijn geschrapt. - Ik probeer op het oogenblik te werken, maar het gaat nog maar zoozoo. In ieder geval is ‘de pen als broodwinning’ ook onzin; ik heb hierover uitvoerig gesproken met Querido, die mij op dit gebied mijn laatste hoop ontnomen heeft. -
Dus; òf Indië, òf Holland; en in het laatste geval wordt de vraag: wàt vind ik, zonder diploma's en met mijn reputatie (waar ook Querido het weer over had), in Holland? - Je ziet, alles bijeen geen erg rustig vooruitzicht. Maar wie heeft dat wel in deze ‘grootsche tijd?’
Schrijf mij niet terug, als het je moeite kost, maar laat Jan mij op de hoogte houden. Ik eindig nu met mijn allerbeste wenschen en een hartelijke hand. Ook Bep zendt je veel liefs, natuurlijk ook aan Griet en nageslacht.
Geloof mij steeds je
Eddy