E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 13 juni 1935
Parijs, Donderdag.
Beste Jan,
Ik heb er geen idee van wie die mijnheer van de Mercure is, en ik heb zijn stuk pas gelezen nadat jij er mij op attent maakte.Ga naar voetnoot1. Ik denk, ekik, 't is nen Bels!
Stuur je alsjeblieft, zoo gauw mogelijk, Gilliams en De Overjas en Brulez, en wat je nog meer bedenken kan, naar Henny? Het gaat er nu om, vlug en hard te werken. Querido jacht ons alweer en we hebben in haast een kulprospectusje gepresteerd!
Zamiatine is een ietwat opstandige communist, die niet gezien is daarginds, in Moskou. Hij schreef o.a. een satyre tegen het ‘nieuwe leven’ daar: Nous autres (N.R.F.), maar ze vergeven hem veel omdat hij vroeger het noodige voor de revolutie heeft gedaan. Hij is héél geschikt: een rustige, aardige kerel, tegen de 50, maar ‘goed geconserveerd’; er valt alleszins met hem te praten, hoewel langzaam.
Tot later. Dit gaat in haast.
Je E.
Je komt dus zeker voor het Congres?
Sjeu is nu hier; komt Zaterdag bij ons eten. Hendrik de Vries was gisteren, even aardig als altijd. Hij praat ook zoo aardig, als hij loskomt, en hij is werkelijk intelligent.
Ernst Groenevelt schijnt ook een stukje gebraakt te hebben tegen Ducroo.Ga naar voetnoot3. Ik zag het nog niet.