E. du Perron
aan
H. Marsman
Parijs, 6 maart 1935
Parijs, 6 Maart.
Beste Hennie,
Allereerst: die ontmoeting in April zal wel niet doorgaan, omdat - hier komt de aap uit de mouw, maar dat màg nu - Bep in die maand een kind verwacht. Het is niet zeker of het begin, half of eind April zal zijn. Ze vraagt jullie om het niet verder te vertellen, ofschoon hier en daar iemand het wel weet. Eerst was er sprake van dat zij naar Amsterdam zou gaan, omdat zij daar een tante heeft, maar zij heeft hier nu een zeer goede dokter gevonden en dan is Parijs wel zoo gemakkelijk. Bovendien trekt Zeeland mij niet erg aan, en in het huis van Pom ga ik zeker niet.Ga naar voetnoot1.
Maar als alles afgeloopen is, bv. in Mei of Juni, kom ik misschien wel naar Holland. Of wij spreken nader af voor jouw komst hier. Je kunt dan ook bij ons logeeren, als je alleen bent: we hebben nu een appartement met 2 kamers, omdat dat wel noodig werd. Ik verwacht er ook veel van voor mijn werk, want hier viel dat mij dikwijls erg moeilijk.
Ducroo is sinds eergisteren af; wat een opluchting! Ik weet niet of het eind goed is; als ik de proeven heb zal ik misschien nog heel wat omwerken. Ik heb er ontzettend over gezwoegd. Wschl. zal meer dan de helft jou niet bevallen, toch lijdt het voor mij geen twijfel dat dit mijn boek is, tot dusver.
Wat je over jouw boek zegt verontrust me!Ga naar voetnoot2. Ik ben er nl. heelemaal niet zeker van dat ‘natuurlijk vertellen en bespiegelen’ voor jou de juiste manier is; pas op dat je je niet ontdoet van wat joùw sterkste middelen zijn, van joùw schrijvers-charme. Daarover moeten we ook nog praten.
Wuthering Heights en Salomon zal je zeker goed vertalen. - Wat is ‘Boekengemeenschap’? ik weet van niets. - Op Demets ben ik niet gesteld; stuur mij Marianne Philips. Het verhaal van VestdijkGa naar voetnoot3. ken ik niet, dus laat hij het ons beiden zenden. Verschijnt het in Forum?
Ik weet niet of het ‘iets goeds’ is dat ik je nu verteld heb, laat ons het allemaal hopen. Wat jij mij vertelt, vind ik allesbehalve prettig; ik proef weer heelemaal de sfeer van ‘armoe’ waarin ik het grootste deel van Ducroo schreef. Als je op het moment zelf denkt dat je je eruit schrijft, denk je: ‘wat ben ik een aansteller’, maar achteraf merk ik dat het toch inderdaad zoo is geweest. Ik heb eig. alleen vlot (en als je wilt ‘met plezier’) aan Ducroo gewerkt toen ik nog midden in de rotzooi zat.
Nu moet ik haastig weg en deze brief posten. Denk niet aan onhartelijkheid, ik schrijf hem om hem gauwer weg te hebben, en omdat ik de verdere dag vandaag, en morgen druk bezet ben. Schrijf gauw weer eens, en tot nader en beter. Een hand van je
E.