E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande
Le Roselier-en-Plérin, 28 november 1933
Le Roselier, 28 Nov. '33.
Beste 's Gravesande,
Veel dank voor je schrijven. Mijn vrouw laat je zeggen dat ze je raad stipt zal opvolgen. Voor de andere rubrieken zal ze wat meer schrijven, maar daar blijft de copy altijd nog veel langer liggen, volgens haar.Ga naar voetnoot* Bovendien: deze maand hebben we geen reden van klagen. Als we fl. 80. verdienen kunnen inpl. van fl. 60., is dat natuurlijk altijd weer iets.
Wij gaan tegen kerstmis hoogstwschl. allebei naar Holland; ik moet ook weer wat uitgevers spreken. Misschien dat zich hier of daar toch een kans voor mij voordoet; dit gescharrel op een basis van fl. 150. als het niet tegenvalt, is op den duur wat pijnlijk.Ga naar voetnoot** Ik moet op een andere manier ‘te gebruiken’ zijn als Mussert geen dictator wordt; in dat geval sluit ik me nog liever direct aan bij de communisten, die toch ook al niet heelemaal mijn liefde hebben!
Wat je me over je dochter schreef, heeft mij echt getroffen. Ze moet erg sympathiek zijn, met zoo'n hoofd en daarbij zoo'n karakter. Je zult van haar dan tenminste het plezier beleven dat je van je zoon niet hebt, en toch is die jongen door de omstandigheden misschien verder van je verwijderd dan hij het normaal zou geweest zijn; zou je het niet prettig vinden als hij later opeens veranderde en je anders leerde zien? Het leven heeft van die onverwachte wendin-gen; anders was het ook al te gemakkelijk te overzien. - Ik hoop je in Den Haag een middag of avond voor ons te hebben; we lunchen dan samen of drinken thee ergens waar het gezellig en niet al te druk is, laat ons dat nu al afspreken. Mijn vrouw verlangt er ook zeer naar om de kennismaking te hervatten, en zal zich ook bij Schilt op bureau vertoonen.
Van Menno hoor ik nu een-en-ander van de krant. Hij heeft het op het oogenblik razend druk met zijn 2 betrekkingen + literaire bijakkefietjes, maar is inderdaad opgetogen over het ingebouwde-bad-achter-stalen-ramen.Ga naar voetnoot1. Wij gaan van hier melancholiekjes weg: de taart is op, en Parijs-de-lichtstad roept. Heb ik je al gezegd dat we bij een kamersverhurende Russische ex-senatorsvrouw dans la dèche een onderkomen hebben gevonden? Mijn adres gaf ik je op, dat weet ik tenminste zeker; als je het weggemaakt hebt kan je het ten allen tijde natuurlijk van Menno krijgen. Overigens moet mijn vrouw het officieel Schilt nog eens opgeven.
Als er iets is waarmee ik je in Parijs plezier kan doen, schrijf het dan altijd zonder aarzelen. Ik zou het een prettig gevoel vinden als jij met Menno naast je en mijn vrouw en mij in Parijs, die toch ook je ‘medewerkers’ zijn, nu een sfeer van kameraadschap om je heen voelde op de krant, na de minder aangename geuren van Borel zaliger; Schilt was altijd een sympathie van je en de Lang - wie weet of onze vereenigde beschermengelen er niet in slagen hem op een goeien avond ook te mollen. Het moet een bizonder onguur individu zijn, na alles wat ik van alle zijden tot dusver over hem heb vernomen. Des te meer hulde aan Schilt dat hij zijn candidaat er toch door heeft gekregen.
Ik eindig hier dan maar; als er niets bizonders is doen we de rest mondeling en prettiger in den Haag. Veel hartelijke groeten van mijn vrouw, en een hand van steeds je
EduP.
Ik dank u hartelijk voor het toch nog plaatsen deze maand van alle (of bijna alle) copie.
Vriendelijke groeten
EduP-deR.