E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 7 oktober 1933
Bellevue, Zaterdagmiddag.
Beste Jan,
Je brief maakt een nogal korzelige indruk; misschien voor de duidelijkheid? Niettemin nu toch dit:
Men hoeft geen dichter te zijn, men kan óók als assuradeur zeer best weten hoe onaangenaam het is om een veiling bij te wonen in mijn omstandigheden. De heer Shiell, ex-huisheer van Simone, kan dat zonder moeite, en mijn concierge hier, de heer Parc, ook.
De menschen die - niet ongezien, maar ‘gezien’ - 20.000 voor den auto noemden waren: Victor, mijn chauffeur, notaris Bette van Wavre, en notaris Dewever, de onvolprezene.
Je bedoeling is ongetwijfeld goed; maar je schrijft dan slecht, of wij lezen slecht, door je ‘enthousiasme’. Je hebt over het beleid, de tact, de betrouwbaarheid van Dewever geschreven als gold het voortaan een onverbreekbaar verbond tusschen T.V., hem en jou, mijn vriend Jan. Je moet het mij niet euvel duiden als ik den man blijf zien als een individu van het laagste allooi, dat zijn smoelement nergens en geen oogenblik verraden heeft, noch zijn optreden tegenover mij in het begin, vóórdat T.V. erbij was. Als de man van gedrag veranderd is, is dat uitsluitend door T.V., door T. V's positie etc. - kortom, niets dan een bewijs meer voor het allooi van den man. Dat ik jou dit moet uitleggen - alleen omdat T.V. nu zoo goed over hem praat - vind ik, tusschen dichters, zal ik dan maar voor het gemak zeggen, een beetje pijnlijk. Moet jij mij nu verneuken, of ik jou?
Dat is alles; verder heb ik alles begrepen. Ik ben bereid ook dit met je te bepraten, als ik in Brussel ben, en ik hoop dat het nog in onze termen kan. Ik zal al genoeg een ‘andere taal’ moeten spreken als ik met T.V. bijv. bespreken moet wat er ‘was’ - en zoonoodig wat er nog ‘is’. Ik verdom het bijv. ten eeuwigen dage om den onvolprezen notaris te bedanken;Ga naar voetnoot* ik zal dit niet doen: noch nu, noch later, noch per woord, noch per brief. Als ik T.V. bedank zooals ik dat deed en zal blijven doen - voor mijzelf - ook als hij hevig kwaad op mij werd en bleef, dan is dat juist; dan is daarin iedere nuance waar de notaris nog ‘recht’ op hebben kon opgenomen, en met overschot.
Enfin, de rest werkelijk mondeling. Ook deze geschiedenis is zeer pijnlijk voor mij geworden, after all; misschien is het zelfs beter om er maar heelemaal niet over te praten ook. - Tant pis dat nu ook de krissen-attentie mislukt is; zoodra ik geld heb en het niet meer leenen moet, hoop ik wat anders te vinden. Dat T.V. mij de zegelring van mijn vader ten geschenke wil aanbieden, vind ik zeer onprettig.Ga naar voetnoot1. Vergeef me dat ik je dit ook maar weer met dichtersbotheid zoo zeg.
Hartelijke groeten en tot ziens dus. Je
E.
Ga naar voetnoot2. Zend géén expresse-zendingen meer, want ze komen maar 1 uur eerder dan gewone en dit uur verliezen we op onze slaap! (Kw. over 7 's morgens inpl. van kw. over 8.)