Brieven (herziene editie)
(2015)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermdE. du Perron
|
1. | Ik zette: ‘Hij zag het dadelijk (v.d.M.) ofschoon haar gezicht nauwelijks veranderd was’ - 1o. om de wat positieve, droge zinnetjesreeks daar wat te breken, 2o. (en dit is véél subtieler) als contrast met het idee van Charles dat Angèle met groote, stervende oogen ligt. Zoo is de realiteit soms minder wreed dan het visioen, en dit wordt voor den lezer zoo gesuggereerd, wschl. zonder dat hij het merkt. |
2. | ‘Waarom lijden wij zoo (bis) om een droom?’ Ik had eerst eenmaal dat ‘waarom lijden wij’ doorgeschrapt; op weg naar het postkantoor merkte ik dat het onjuist was; voor dit omwroeten van een gemeenplaats tenslotte, is de herhaling absoluut noodig. Dus herstelde ik het met een pen van het postkantoor, zooals je misschien zag. |
3. | Tot slot: als Charles v.d.M. alleen hoort aankomen en weet dat hij A's dood komt berichten, is dat veel beter dan als je hem zoo sec laat binnenkomen. Laat dit dus vooral zooals ik het deed. De stappen van v.d.M., nog buiten de deur - en het gordijn valt. |
Ik blijf erg benieuwd naar de volledige proef.
Ik pees door Ducroo! Niets dan herinneringen vooreerst, maar Bep zegt dat het erg gevarieerd blijft. Als wij van hier opbreken, hoop ik met Indië klaar te zijn.
Ik las Eric en vond het nogal vervelend. Voor Carla, hoewel het als copy voor Forum binnenkwam, had ik den moed niet meer.
Nogmaals dank en tot nader (pest die arme Bep niet zoo, die mij een kreng vindt omdat ik haar verraden heb); hartelijke groeten, ook aan Rien, van je
E.
Graag de ‘zakenbrieven’ spoedig terug.
- voetnoot1.
- Zie De dood van Angèle Degroux. Amsterdam 1933, p. 210-211.