E. du Perron
aan
A.A.M. Stols
Bellevue, 5 juli 1933
Bellevue, 5 Juli.
Beste Sander,
Gelijk hiermee zend ik je aangeteekend dien roman van den heer Mok terug. Het spijt me dat ik er niet die supplementaire vijf gulden voor enthousiasme bij verdienen kan, maar ik vind het een onbarmhartig vervelend kreng, in onbenullige korte zinnetjes toch griezelig voortgezeurd - op de nieuwe manier van ‘veel personages en niet één tant-soit-peu persoonlijkheid’. Het is het afschuwelijkste stomp-zinnigste moderne trucje dat ik ken; en dat met vlijt altijd wel een paar honderd bladzijden vol te houden is. Misschien vindt dit genre nu in Holland lezers? - maar ik vrees het ergste, want daar is het niet stichtelijk genoeg voor. Met Den Doolaard is het niet te vergelijken, omdat die tenminste schrijven kan; de heer Mok is alleen in het zeuren met korte hikjes geslaagd. Ik raad het je van harte af; tenzij je denkt dat het goed verkoopbaar is; daarop heb ik in dit geval absoluut geen kijk.
Heb je Goena-Goena nu gelezen?
Ik heb in Br. geen enkel ex. meer verkocht. Alles gaat werkelijk allerberoerdst.
Laat wat van je hooren. Hart. gr. ook aan Greet en van Bep, je
E.