Brieven (herziene editie)

E. du Perron
aan
J. Greshoff

Bellevue, 5 juli 1933

Bellevue, 5 Juli.

Beste Jan,

Ik hoop dat je mijn briefk. nog kreeg. Het speet mij erg dat ik al dien tijd totaal zonder bericht van je bleef. Alles gaat heel, heel slecht. Vraag maar aan J.v.N. Wij hebben twee ex. verkocht, nog niet eens genoeg om de reiskosten goed te maken. Bij jou thuis was het heerlijk - niet alleen om de goedkoopte, maar om de sfeer. Ik stal Royaume Farfelu terug, en zette Werther in je kast. Bep stal haar dissertatie,^1. ondanks mijn hevig protest; zij wil niet dat je dit onwaardige boek bezit. Het is ongehoord ijdel van haar, en ik ben bereid 1 ex. voor je te bestellen bij Paris, als je erop gesteld bent, en om haar ijdelheid op de meest gevoelige manier te straffen. Maar laat eerst wat van je hooren! En als je weer naar Holland gaat, kan je niet informeeren naar werk voor me? We weten niet meer wat we doen moeten; vanaf Aug. kan ik alleen nog maar 500 frs. sturen voor Gille (die moet ik dan nog verdienen). Het geleende geld is dan op, en verder leenen doe ik niet. Later meer. Nu veel hartelijks van ons tweeën en dank voor de gastvrijheid. Je

E.

1. E.G. de Roos, Het essayistisch werk van Jacques Rivière. Amsterdam 1931.