E. du Perron
aan
J. van Nijlen
Bellevue, 6 juni 1933
Bellevue, Dinsdag.
Beste Jan,
Ik stuur je gelijk hiermee de Nietzsche van Maulnier, en de 2 Italiaansche romans. Over een tijdje, Goena-Goena van Maurits en Golovleff (dit laatste moet ik nog lezen). De Ital. romans mag je houden, de rest stuur je me wel eens terug. - Goena-Goena moet je doorgeven aan Jan.
Menno antwoordde mij op die vraag over de Duitsche uitgave van Nietzsche's brieven. Die kost maar fl.2.40 (inpl. van 40 fransche frs. = ± fl. 4.) en is niet in Gothische letter. Ik heb hem nu gevraagd mij samensteller en ‘Verlag’ op te geven; die meld ik jou dan ook.
Forum heb ik je ditmaal niet gestuurd, omdat je natuurlijk toch een ex. gekregen hebt. Het mijne (2e) gaf ik nu aan de Van Schendels. Iedereen is uit over je verzen; ik las ze over en vond ze ook weer bizonder mooi; zeker het beste van het heele nummer en dus volkomen op hun plaats, zoo in het eerste gelid. - Geef ons spoedig nog wat!
Schrijf me af en toe eens een woordje. Bep en ik zijn werkelijk èrg blij dat het nu zoo goed gaat met Sofie. Hartelijke groeten van ons, ook aan vrouw en kroost,
een hand van je Eddy
Vergeet niet mij een Groene te sturen met je stuk erin over Malraux.Ga naar voetnoot2. Bij voorbaat dank.
Ik heb Simone weer eens aangemoedigd om naar jullie toe te gaan; ze was er zoo zielig aan toe met haar gezwollen wang en hals. Misschien doet zij het, vandaag of morgen; schrik dus niet.