E. du Perron
aan
G.H. 's-Gravesande
Bellevue, 26 april 1933
Bellevue, Woensdag.
Beste 's Gravesande,
Inderdaad schijnen we nog niet van elkaar af te zijn - ‘elkaar’, dat zijn dus vnl. mijn vrouw en Schilt! Mijn vrouw zond je gisteren een brief, in haast opgesteld, omdat wij dachten dat we er wel geen meer zouden hoeven te maken. Kan je ervoor zorgen dat ze verder niet ‘wegraken’?
Het geschrijf van Borel kan me de bout hachelen - hetzij goed of slecht. Ik schrijf dus aan Van Kampen dat hij een ex. naar de redactie stuurt, als hij daarop gesteld is. De oude dames zijn van belang, in Den Haag!
Voor de Provinciale Pers schreef mijn vrouw nu drie brieven.Ga naar voetnoot1. Ik weet er verder niets van. Die mijnheer Bothenius Brouwer is begonnen met groote zwam brieven en zwijgt nu opeens als een mof. Maar we hebben één proefnummer ontvangen, dus...
Het interview van Vestdijk was erg aardig. Jammer dat je hem niet nog wat beschreven hebt in zijn gekkigheid; het is een curieus type in ieder opzicht en daarbij een voortreffelijk en eerlijk kameraad. Wie doe je nu? Slauerhoff? Ter Braak? Het is idioot om Ter Braak niet te vragen,Ga naar voetnoot2. ook al heeft Kramers dan wat tegen hem, geloof ik. Hij is zonder twijfel een van de belangrijkste schrijvers, momenteel, in Holland.
Mijn vrouw laat je vol verwondering vragen waarvoor jij haar verontschuldigingen verschuldigd was of bent.
Hartelijke groeten, ook van haar; je
EdP.
- Als er misschien het een of andere Fransche boek is dat je interesseert, zeg mij dat dan. Allicht kan ik het voor je bemachtigen, of - dit in ieder geval - het voor je krijgen met 30 à 40% reductie, door mijn vriend Pia die ‘uitgever’ is.