E. du Perron
aan
H. Marsman
Bellevue, 7 april 1933
Bellevue, Vrijdag, 7 April.
Beste Henny,
Eerst gauw op je vragen antwoorden.
Of het eene gedicht bij TerugtochtGa naar voetnoot1. kan? Ik weet het niet; ik zou het daarvoor moeten overlezen. Of je een vers van jezelf als titel van een roman kunt nemen? Waarom niet?! Terzij de HordeGa naar voetnoot2. is bovendien best, als titel. - Kwestie Thibaults, obscuur: M. du G.Ga naar voetnoot3. zegt vandaag dat het uit is en dat hij aan een nieuwe cyclus wil beginnen, dan weer dat hij het misschien toch weer zal opnemen. Het is uit of niet uit, naar verkiezing.
Historie Van der Meulen.Ga naar voetnoot4. Plaag hem maar niet; ik ben de zaak al vergeten. Ik zou ook niet graag hebben dat hij dacht dat het mij om die 50 pop te doen was, niets is minder waar. Wat Menno woedend maakte en ook mij dégoûteerde was de argumentatie; het ‘laat eens kijken hoe het precies is’. Enfin...
Die verafschuwing van Angèle door Menno ken ik. Het is heel gek; hij was eerst zwak vóór Soirée, ik absoluut tegen. Hij vond het niet goed, ik bepaald slecht en wat kinderachtig. Toen de rest kwam, vond hij alles afschuwelik, wilde hij er volstrekt niets van hebben; ik hield mijn hart vast, ook voor jou, want als ik het werkelijk zóó slecht gevonden had, had ik toch niet vóór gestemd. Maar alles viel mij reusachtig mee; ik heb het zeer geboeid achter elkaar uitgelezen. Er zijn heele zwakke stukken in, fouten (misslagen), pathos zonder dat het moet, verouderde langzame dingen - het gesprek tusschen Rutgers en Charles is 5 × te lang en te langzaam, is gewichtig en plechtig, alleen omdat je niet precies hebt kunnen zijn; de scène van Angèle in de kamer van Charles, met dat ‘kinderlijke’ wuiven bij de deur is idioot; je hebt verder op een manier omgesprongen met ‘mysterieusheden’ die een beetje doen denken aan Jeanne Reyneke van Stuwe door Dirk Coster gecorrigeerd. Je ziet dat ik ongemeen ‘hard’ ben. Maar, ceci dit, heb ik zonder eenige wroeging pertinent vóór alles gestemd. (Aan Maurice om te beslissen.) Ik vind geen enkel fragment (behalve Soirée) heelemaal slecht; sommige scènes en bladzijden uitstekend, en - hier komt het op aan - er is een streven in, een bedoeling, maar ook een ‘aanwezigheid’, die alles de moeite waard maakt, die er een besliste waarde aan geeft. Ik heb Menno dit geschreven.Ga naar voetnoot5. Dat het boek slechter zou zijn dan Vera lijkt mij onzin - even groote onzin, tusschen haakjes, als dat Dumay slechter zou zijn dan Hampton Court. Het is in beide gevallen ‘iets ànders’, in beide gevallen een vooruitgang op den weg die jullie nu eenmaal uit wilden gaan (in beide gevallen: ‘meer roman’). Ik vraag me af of dat felle gekriticeer van jullie op elkaar je toch geen parten speelt. Òf Menno is totaal ongevoelig voor wat de waarde vertegenwoordigt van Angèle en jij voor die van Dumay. (Dat dit laatste boek door die splitsing in Forum enorm verminderd wordt, staat nu voor mij vast.) Beide boeken zullen nog lang niet jullie ‘meesterwerken’ zijn, maar ik geloof in beide in jullie ‘ontwikkelingsgang’. Oef! je hebt me nog nooit zoo verzoenend-aangelegd gezien, maar ik meen dit alles.
Ik houd er nu maar mee op. Ik schrijf als een razende aan Ducroo: er zijn nu 180 blzn. naar Jan Gr. om overgetypt te worden, waarvan maar 46 uit het - totaal omgewerkte - Godius-verhaal (nog 2 × omgewerkt sinds je het las). En ik voel me nog lang niet uitgeput. De lieve Bep doet het ‘vuile werk’ om mij hieraan te laten. Ik hoop in Juli uiterlijk klaar te zijn met het boek van ± 400 blzn. druks. Misschien valt alles nog in elkaar, maar laat ons het beste hopen. Ik hoop er nog fragmenten van te publiceeren, hier en daar, vóór het als boek uitkomt; dat doet het wschl. trouwens pas volgend jaar. Ik heb voor het eerst het gevoel dat ik me volledig inzet, en met een totale lak aan alle kritiek, ook van de meest ‘anti-narcissistische’ zijde. Nu, Henny, tot nader; schrijf gauw wat je te zeggen hebt over Angèle. Hartelijk je
E.
Hoe wordt Angèle verder?
P.S. Noem het boek vooral niet Angèle alleen; dat staat na Vera zoo verdomd kaal!