E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 26 en 27 maart 1933
Bellevue, Zondag.
Beste Jan,
Hierbij de brief van MennoGa naar voetnoot1. terug. Ik heb direct gevraagd om te stemmen toen ik hoorde wat er gaande was. Menno vergist zich bovendien: ik heb nooit gezegd dat ik niet over panopticums wilde stemmen, maar dat ik dat niet wou doen over panopticums van hem en Maurice. Ik amuseer me nu om één ding: de ernst die zoo'n panopticum-historie dus buiten mij ook nog krijgen kon, en de verontwaardiging waarmee Menno zegt dat Maurice hem ‘ongeoorloofd ringelooren’ zou. Als ik bedenk dat hijzelf mij bij herhaling ‘geringeloord’ heeft op ditzelfde gebied, en met een ijver, 5 × die van Maurice, vind ik het zelfs nogal zot.
Spoedig over iets anders. Met hartelijke groeten,
je E.
Maandag.
Daar komt je 2e brief, 2e (!) in dit verband. Treurig, die uitgevershistories. Enfin, ik ben benieuwd naar wat Menno voor Dr. Dumay krijgt. Het einde zal wel moeten zijn dat ik in de puurste journalistiek verzuip of kruienier word, als dat nog mogelijk is. Als Meulenhoff zoo'n rotvent is, zal dat wel direct blijken en kan ik hem laten ophoepelen vóór ik iets begin. En wat is Leopold Uitgevers Mij, die Fabricius en Maurits Dekker zoo braaf lanceert?
Ik stuur je spoedig de 2e portie ‘roman’, maar ben niet zeker dat jij de 1e gelezen hebt! Ik kreeg er tenminste geen enkele opmerking over van het soort waarom ik je vroeg. Wat zegt Aty ervan - afgescheiden van de verslindbaarheid?
Nogmaals hartelijk je E.