E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 20 maart 1933
Bellevue, Maandag.
Beste Jan,
Ik ben erg blij dat T.V. nu Gistoux gezien heeft en zich verder met de zaak bemoeit. Ik schreef vandaag hem en Herman. - Jou zend ik met gelijke post de 1e dertig blzn. Ik werkte gisteren weer een heel stuk bij en de Godius-historie nam ik geheel op; ik heb nu bij de 140 blzn. De brug tusschen 2 deelen moet nog worden gelegd. Straks ga ik Bonnel hooren veroordeelen,Ga naar voetnoot1. die weer hommeles heit; morgen ga ik weer krachtig aan de schrijverij. - Je idee van een steno-enz. is enorm! - Je weet heusch niet hoe blij ik ben dat T.V. zich in de historie geworpen heeft; die hypotheekontdekking is al zoo prettig. Ik vind dat Kaas minder op Lijmen lijkt, dan jij zegt; het onderwerp mag van hetzelfde soort zijn, de strekking, de toon zijn anders. Lij-men is ongetwijfeld veel grappiger en pittoresker. Kaas is tragischer, maar vooral tegen het eind; het is gek dat jullie je zoo door die sterfscène laten afleiden, die heel goed is, maar niet zoo daverend superieur als Menno vindt, en zeker niet poignanter dan de mislukking aan het eind. Enfin... - Later meer. Hart. groeten van je
E.