E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 25 februari 1933
Bellevue, 25 Febr.
Beste Jan,
Ik begrijp niets van die historie met Slau!Ga naar voetnoot1. 1o. vind ik dat je ongelijk hadGa naar voetnoot* met hem over dat vers te schrijven, dat ik je toevallig lezen liet en bovendien had geweigerd; 2o. waarom verdedig je Sander, die je zoo laag aanslaat dat ik hem iedere keer tegen je moet goedpraten?; 3o. heb je misschien teveel gerekend op de ironie in je toon, terwijl Slau, die je nu in geen 6 maanden gezien heeft, die ironie misschien niet heeft kunnen lezen en dus dacht dat je werkelijk ‘pisnijdig’ op hem was. Inderdaad, het sop is de kool niet waard!!! Maar het badsop van Sander dan toch ook niet, hoezeer het legioen daarin kon hebben afgegeven. Slau mag verder een rare snuiter zijn, maar van literatorschap kan ik in deze historie, ook als hij straal ongelijk mocht hebben, niets bespeuren. Integendeel; gegeven dat hij jou misver-staan moet hebben, en dus gedacht heeft dat het jou ernst was, dan sta jij voor Sander en het legioen van eer, wat dichter bij het literatorschap komt dan Slau's houding en dichter bij de Ver. van Letterkundigen, waar jij hem rijp voor acht. Ik wil direct aannemen dat Slau's briefje wel naar nix zal hebben geleken, maar ik neem nu aan dat het idiote misverstand, de afwezigheid van humor, de groote ernst enz. er nu eenmaal zijn! dàn blijft over dat jij boos op hem geworden bent voor.... dit, en dan: il y a de quoi se contre-fâcher. Je vergeet jouw ééne geweldige zwakke plek in dit alles: de lintjesliefde van den grooten pamphlétaire Greshoff; en dat dit misschien nogmaals ‘beminnelijk’ in je is, maar totaal onlogisch. Als jij overmorgen, net als Sander, belegioend voor den dag komt, moeten je vrienden dan aannemen dat je als vreemdeling daar niets voor gedaan hebt, geen enkele lafheid of hoe je 't noemen wilt? dat het ding zoomaar eens op een achtermiddag vanuit de bureelen der Fransche regeering op je jas is komen waaien? Of vind je je vrienden dan knullig, lullig, etc. als ze dit niet geloven, en glimlachen, en op zijn best zeggen: ‘Nou ja, vooruit, het is toch onze goeie Jan’. - Slau nu zal wel ièts van deze lintjesliefde van je weten, en toen hij - geheel ten onrechte, soit - las dat je boos was over zijn hatelijkheid op het lintje van Sander, is hij op zijn beurt ‘pisnijdig’ geworden, waarin hij dus nogmaals ongelijk had, maar toch alleen als gevolg van het eerste misverstand. Van een houding à la Maurice en van literatorschap zie ik in den ‘raren Slau’ tot mijn spijt dus niets; integendeel. Dit wil niet zeggen dat ik hem gelijk geef. Ik betreur zulke stompzinnige en overbodige ruzies tusschen vrienden (want Slau mocht je heel graag, en gedeeltelijk berust zijn woede misschien op net zoo'n teleurstelling als jouw kwaadheid op Maurice) - ik vind vooral dat dit alles vermeden had kunnen worden als je niet over dat toevallig gelezen poëzietje geschreven had. Maar je kon dit niet voorzien...
Wat heeft Slau je verder voor ‘dreigementen’ gedaan? De ‘excuses’ zijn natuurlijk idioot. - Kan je mij zijn briefkaart niet sturen? Het zal wel fraai zijn geweest; maar overigens vind ik deze flauwekul toch het type van een betreurenswaardig misverstand.
Tant pis voor Maurice als hij over jou bij Toussaint gaat klagen. Hij heeft zijn mannetje daarvoor dan wel met zorg gekozen, en tout est pour le mieux, ook in deze snerthistorie. Menno schreef mijGa naar voetnoot2. dat hij alleen maar vond dat Maurice zich klooterig gedragen heeft, en ik verdedig hem ook niet tegen jou. Hij is alleen maar zooals ik wel wist dat hij was...
Ik zal hem op de redactievergadering zeggen dat ik, nu de Van de Woestijne-huldiging voorbij is, effectief iets van hem voor Forum verwacht. En verder zal ik op die a.s. redactievergadering vnl. zeggen dat ik er met 1 Januari uitga. Ingesloten een brief van Menno,Ga naar voetnoot3. die heel helder is en waarop ik hem vanmorgen even helder heb geantwoord. Ik wil niet ‘bekken’, enz.; ik beschouw Bouws tegenwoordig als totaal inferieur en verdom het mij verder te leenen voor zijn spelletje van ons tegen elkaar in het geding te brengen; ik heb één serieus voorstel: dat de contrôle over de redacteurs wordt opgeheven - slaan zij dit af (wat wel gebeuren zal), dan ben ik 1 Jan. '33Ga naar voetnoot4. redacteur af. Je ziet, zóó leuk is het voor mij ook niet altijd, ondanks de vriendschap.
Dat je je hoofdpijn bezorgt om die dwaasheid met Slau is waanzin. Ik zal Slau eerstdaags hierover wel schrijven, als ik weer een brief van hem krijg. Wat mij het meeste spijt, is het totaal onnoodige van dit gekrakeel; en je hebt gelijk: goed wordt het dan wschl. toch nooit meer, na zooiets. En verdomme! waarvoor? om het badsop van den door jou verachten Sander!!
Timmers Verhoeven schreef mij direct terug; ik heb hem nu een 2e brief geschreven. Moge zijn inmenging mij ten voordeele zijn! - Met het oog op déze zaken ook, zou ik eig. liever vóór 12 Maart in Brussel komen. Ik schreef dit aan Bouws, misschien verschuift hij de vergadering dus nog. Ik wou dan wel graag logeeren, ja, als dat kan. Wel een dag of drie, denk ik. Maar zeg gerust als het je ongelegen komt, dan ga ik wel bij Maasland.Ga naar voetnoot5.
Nu, beste Jan, denk aan die Slau-historie niet meer en wijd je aan zaken van grooter belang. Denk ook vooral niet dat ik dezen brief schreef om je ongelijk te geven - natuurlijk begrijp ik dat je jouw brief aan Slau niet, of anders geschreven zou hebben, als je geweten had dat dit er het gevolg van zou zijn. Ik beproefde alleen maar het misverstand-zelf te ‘reconstrueeren’, en geloof niet dat ik hier erg ver mis in zal zijn. Misschien schrijft Slau er mij wel over.
Met hartelijke groeten, ook van Bep en voor Aty, en een ferme hand,
steeds je E.
B.J. Van's Gravesande krijg ik daarnet een brief, waarin hij o.a. zegt dat je bloeddruk weer niet goed is. Is dit zoo? Ik weet nu niet of ik deze brief wel verzenden kan, want ik zou heusch niet willen dat je er weer hoofdpijn van kreeg. Lees hem vooral zooals jij hem nu wel lezen moet: d.w.z. geloof geen oogenblik dat ik jou ongelijk geef tegen Slau, wiens onhebbelijkheden mij meer dan genoeg bekend zijn! Ik zocht naar het waarom, en in ieder geval zou ik Slau's briefk. moeten zien om een werkelijk oordeel te hebben. Maar laat hem voorlopig maar voor wat hij is!
Je E.