E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 30 november 1932
Bellevue, Woensdag 30.
Beste Jan,
Na de débâcle van gisteren - ik schreef Pannekoek af, het was me tè machtig - begin ik vandaag met frissche moed aan het stuk over het detective-verhaal. Ik maak er een dialoog van (voor de gezelligheid); maar ik zal het zoo geserreerd mogelijk doen. Komt het dan niet op 10, maar op 12 blzn. tant pis - dan moet je het er maar ‘door’ zien te krijgen. Het wordt uitstekend; mijn aanteekeningen zijn al klaar. Kan je Van Eckeren per expresse vragen om een inlichting die ik noodig heb. De Hollandia-drukkerij heeft indertijd 4 detectiveboeken vertaald: 1 van Freeman Wills Crofts, 1 van Anth. Wynne, 1 van Valentine Williams, meen ik, en 1 van Headon Hill. Ik geloof tenminste èrg dat het van Headon Hill is. Zou je Van E. willen vragen om voor mij even den titel van dat boek te willen opschrijven, en zoo mogelijk den Engelschen titel (die staat er misschien tusschen haakjes onder, of die weet Van E. misschien nog uit het hoofd). Pannekoek schreef mij zoojuist weer; hij is werkelijk allergeschiktst. Maar ik kàn dat werk niet doen - het zou me doodziek maken (moreel) als ik dat 2× in de week doen moest. Kan je me Menno's brief over mijn brieven aan jouGa naar voetnoot1. niet opsturen? ik ben benieuwd naar zijn reactie daarop en in hoeverre hij het met mij eens is, of vindt dat ik overdrijf. Arthur vindt Mirliton uitstekend, en zal je erover schrijven. Maar hij kent jouw werk niet zoo door-en-door als ik, voor hem bestaan de herhalingen, die zoo verzwakkend werken ook als zij op zichzelf aardig zijn, niet. Boucher en Van Kampen zwijgen zeer. Mijn Moeder is weer ziek, zou je daar niet heen willen gaan om te informeeren en mij gerust te stellen? Dank. Je
E.